De Hoge Raad oordeelde dat de bovenmatige kosten die een vennootschap uitgaf aan verbetering van een bedrijfsterrein dat zij van haar aandeelhouder huurde, een uitdeling vormde.
Het hof gaf eerder in deze zaak aan dat als de vennootschap als huurder zakelijk zou hebben gehandeld, zij niet de kosten op zich zou hebben genomen van verbetering van de terreinverharding. Ook zou de vennootschap niet de herstelkosten van het terrein voor haar rekening hebben genomen, voor zover dat herstel zou leiden tot een waardevermeerdering van het bedrijfsterrein. De Hoge Raad ging mee in het oordeel van het hof. De investering die de vennootschap had gedaan moest worden gezien als winstuitdeling aan de aandeelhouder.
Meer informatie: Hoge Raad, 9 maart 2012, LJN: BV8163
Geef een reactie