Stel dat iemand zijn bezwaar tegen een WOZ-beschikking motiveert met een taxatierapport, waarin de getaxeerde waarde hoger is dan de aanvankelijk bepleite waarde. In deze situatie mag de gemeente ervan uitgaan dat de belanghebbende de waarde in het taxatierapport aanhangt. Komt de belanghebbende daar later op terug, dan kan sprake zijn van misbruik van procesrecht.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de volgende zaak voor Rechtbank Oost-Brabant. Een man had van de gemeente een WOZ-beschikking ontvangen. Hierin was de waarde van zijn woning gesteld op € 433.000. De man ging in bezwaar en stelde dat de waarde van de woning niet meer kon bedragen dan € 189.000. Dit bezwaar lichtte hij later toe met een taxatierapport, waarin de waarde was vastgesteld op € 403.000, Daarop verminderde de gemeente de WOZ-waarde tot € 402.000. De man ging in beroep en bepleitte een WOZ-waarde van € 289.000. Maar volgens de rechtbank had hij geen procesbelang. De gemeente mocht na het ontvangen van het taxatierapport van de man ervan uitgaan dat dit ook de door hem bepleite waarde was geworden. Had de man een verdere verlaging gewild, dan had hij dit duidelijk moeten maken. De gemeente was dus al volledig aan zijn bezwaar tegemoetgekomen. De rechter vond dat de man door in beroep terug te komen op zijn eerdere opvatting de gemeente had gedwongen kosten te maken. Dit was hem bovendien te verwijten aangezien hij gebruik maakte van een professionele rechtsbijstandverlener. De rechtbank oordeelde dat de man misbruik had gemaakt van het procesrecht. De man moest daarom de gemeente een proceskostenvergoeding betalen.
Wet: artikel 22, eerste lid Wet WOZ
Meer informatie: Rechtbank Oost-Brabant, 6 oktober 2014 (gepubliceerd 10 oktober 2014), ECLI:NL:RBOBR:2014:5622
Geef een reactie