De Kamer van Koophandel zal tijdelijk geen informatie verstrekken uit het UBO-register. Dit schrijft minister Kaag in een Kamerbrief over een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de verstrekking van UBO-informatie van juridische entiteiten aan het algemeen publiek.
Het hof concludeert dat de bepaling in de Europese antiwitwasrichtlijn, die regelt dat lidstaten moeten zorgen dat een ieder van het algemeen publiek toegang moet krijgen tot UBO-informatie, onvoldoende onderbouwd is en daarmee ongeldig is. De uitspraak richt zich primair tot de Europese wetgever en de Europese Commissie. De Commissie heeft aangegeven de uitspraak nog te bestuderen.
Gevolgen voor Nederlandse situatie
In Nederland is overeenkomstig de richtlijn geregeld dat een ieder toegang kan krijgen tot informatie over UBO’s van juridische entiteiten. Nederland heeft daarbij alle lidstaatopties benut ter vergroting van de privacy van UBO’s, waaronder afscherming van UBO’s, registratie en betaling door raadplegers en informatie over raadplegingen aan UBO’s. Het UBO-register wordt beheerd door de Kamer van Koophandel, die ook de verstrekking van informatie uit het register verzorgt. Hoewel de Nederlandse situatie niet een op een hetzelfde is als de Luxemburgse situatie, waarover prejudiciële vragen zijn gesteld, geeft deze uitspraak aanleiding naar de verstrekking van informatie over UBO’s te kijken.
Minister Kaag heeft de Kamer van Koophandel gevraagd vanaf heden tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het register meer te verzorgen. De Kamer van Koophandel geeft hier uitvoering aan tot nadere besluitvorming. In de komende dagen zal de minister het arrest met alle betrokkenen nader analyseren en overleggen met de Europese Commissie om te bezien welke informatieverstrekkingen wel mogelijk zijn, mede in het licht van toezicht.
Registratie UBO’s
Het voorlopig niet meer verzorgen van informatieverstrekkingen betekent bijvoorbeeld voor de opsporing dat informatie weliswaar minder gemakkelijk geraadpleegd kan worden, maar dat de benodigde informatie op basis van een vordering van de OvJ nog wel beschikbaar is. De uitspraak kan ook financiële gevolgen hebben, aangezien het beheer van het register wordt bekostigd aan de hand van de vergoedingen voor raadplegingen. De uitspraak is overigens niet van invloed op de plicht voor juridische entiteiten om UBO’s te registreren en dit blijft dan ook van kracht.
Bron: Kamerbrief over tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit UBO-register, nr. 2022-0000285345, Ministerie van Financien, 22 november 2022 en Europese Hof van Justitie, 22 november 2022
Geef een reactie