Volgens de staatsecretaris kan een opdrachtgever een zelfstandige inhuren ter tijdelijke vervanging van een werknemer in loondienst. Elke arbeidsrelatie, ook een tijdelijke, wordt beoordeeld op zijn eigen fiscale merites.
Uit de praktijk komen geluiden naar voren dat de Belastingdienst en de staatssecretaris verschillende criteria hanteren rond (schijn)zelfstandigheid. De Belastingdienst zou namelijk het standpunt innemen dat automatisch sprake is van een dienstbetrekking indien een nieuwe kracht hetzelfde werk doet als anderen in loondienst, bijvoorbeeld bij vervanging voor zwangerschap, ziekte of overbrugging. Dit zou kunnen betekenen dat opdrachtgevers geen zelfstandigen kunnen inhuren voor tijdelijke vervanging van een werknemer.
Niets veranderd
Volgens de staatssecretaris staat de beoordeling of er wel of geen dienstbetrekking is, los van het gegeven of het gaat om tijdelijke, structurele of variabele werkzaamheden. Als een invaller hetzelfde werk doet op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden en omstandigheden als de persoon in loondienst die wordt vervangen, is sprake van een dienstbetrekking. Volgens de staatsecretaris is er in dat opzichte niets veranderd door de komst van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA). Doet de invaller hetzelfde werk maar verschillen de voorwaarden en omstandigheden ten opzichte van degene die in dienstbetrekking werkte, dan kan de invaller wel degelijk buiten dienstbetrekking werken.
Meer informatie: Antwoorden Kamervragen over criteria schijnzelfstandigheid (19 mei 2016)
Geef een reactie