De Tijdelijke wet Covid-19 is door de Eerste Kamer aangenomen. De wet treedt zo snel mogelijk in werking, waarschijnlijk al deze week.
De spoedwet vervalt op 1 september 2020. Omdat niet valt uit te sluiten dat de noodzaak voor de tijdelijke voorzieningen ook na deze datum nog blijft bestaan, is een mogelijkheid opgenomen om deze termijn telkens met twee maanden te verlengen. Voor enkele onderdelen geldt terugwerkende kracht tot en met 16 maart 2020.
Er kunnen tijdelijk elektronische middelen worden gebruikt, waar nu nog fysieke overleg- en besluitvormingsprocedures zijn voorgeschreven. Dan gaat het bijvoorbeeld om beursvennootschappen en verenigingen die jaarlijks een algemene vergadering moeten houden.
Het bestuur van rechtspersonen kan straks bepalen om een algemene vergadering te houden die uitsluitend via livestream (audio of video) te volgen is. Ook kan het bestuur de termijn voor het houden van een algemene vergadering en de termijn voor het opmaken van de jaarrekening uitstellen.
De rechtspraak kan in meer gevallen elektronische communicatiemiddelen inzetten. Er wordt al gebruik gemaakt van videoverbindingen tijdens een mondelinge behandeling. Dit kan vaker worden toegepast zodat bijvoorbeeld een advocaat of een procespartij niet fysiek hoeft te verschijnen omdat met beeldbellen kan worden volstaan.
Notaris
De aanpassingen gelden ook voor mensen die vanwege de corona-maatregelen niet in persoon bij de notaris kunnen verschijnen om een akte te ondertekenen, zoals een testament. Met behulp van audiovisuele communicatiemiddelen kan deze akte dan toch tot stand komen. Naar aanleiding van vragen liet Dekker “volmondig” weten dat zogenoemde Skype-aktes ook na afloop van deze noodmaatregel rechtsgeldig blijven. “Het gaat om een volwaardig testament van een notaris”, aldus Dekker, “de digitale verschijningsmogelijkheid doet niets af aan de geldigheidsduur.” Aktes in het buitenland kunnen daarentegen niet rechtsgeldig via Skype door een Nederlandse notaris worden afgesloten. Notarissen waren, ook buiten coronacrisis niet bevoegd voor buitenland, en dat blijft zo, aldus Dekker.
Verder wordt het mogelijk naast of in plaats van bloed, ook speeksel of slijm af te nemen van een verdachte, als het vermoeden bestaat dat deze drager is van een ernstige besmettelijke ziekte. Dit betekent dat verdachten kunnen worden getest op het corona-virus.
Meer informatie: Eerste Kamer, 21 april 2020
Geef een reactie