Een onderneming mag een voordeel uit een kwijtschelding nemen nog voordat alle crediteuren akkoord zijn. Wel moeten er genoeg aanknopingspunten zijn, zodat men een beroep kan doen op het realiteitsbeginsel.
Een bv had een schuld van € 3,1 aan een gelieerde GmbH. Zij was ook een van de grootste afnemers van de GmbH. In maart 2011 ging de GmbH failliet. In november 2011 voerden onder andere de aandeelhouder van de bv en de curator overleg over de vordering van de GmbH. Deze besprekingen leidden tot een kwijtschelding van de schuld na aflossing van € 50.000. De schikkingsovereenkomst werd achter pas in september 2012 ondertekend. De Belastingdienst meent daarom dat de kwijtscheldingswinst pas in 2012 is genoten. De bv wil echter de kwijtscheldingswinst toerekenen aan 2011. Met deze winst wil zij namelijk voorkomen dat te verrekenen verliezen verdampen.
Realiteitsbeginsel en voorzichtigheidsbeginsel
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden mag een ondernemer een voordeel uit kwijtschelding eerder nemen dan in het jaar waarin (zo goed als) zeker is dat hij de schuld niet meer hoeft te voldoen. Het goedkoopmansgebruik geeft de ondernemer immers enige ruimte naar eigen inzicht het jaar te kiezen waaraan hij een bate toerekent. Het realiteitsbeginsel bepaalt daarbij wel dat voldoende aanknopingspunten moeten bestaan tussen de te nemen bate en het desbetreffende jaar. Bovendien moet men rekening houden met het voorzichtigheidsbeginsel.
Belangrijke afspraken in 2011
Het hof oordeelt dat in deze zaak voldoende verband bestaat tussen de onderhandelingen in november 2011 en de kwijtschelding. Op 5 oktober 2011 was de bv al gestopt met het betalen van rente. Dit wees erop dat de partijen overeenstemming hadden bereikt. Bovendien was de grootste crediteur van de GmbH ook op de hoogte van de afspraak. Al in 2011 mocht de bv ervan uitgaan dat de curator haar schuld zou kwijtschelden. De toestemming van de crediteurenvergadering was slechts een formeel voorbehoud. De betaling van € 50.000 was dan ook geen opschortende voorwaarde, maar een verplichting die voortvloeide uit de overeenkomst. De bv mag de kwijtscheldingswinst aan 2011 toerekenen. Daarmee voorkomt zij de verliesverdamping.
Wet: art. 8, eerste lid Wet Vpb 1969 en art. 3.25 Wet IB 2001
Geef een reactie