Een onjuiste toepassing van de margeregeling in de voorafgaande schakels speelt in beginsel geen rol bij daaropvolgende leveringen. Van dat beginsel wordt echter afgeweken als sprake is van fraude, aldus Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
In deze zaak ging het om een bv wiens activiteiten bestonden uit de in- en verkoop, verhuur, onderhoud en reparatie van nieuwe caravans. In de jaren 2005 tot en met 2008 kocht hij 161 caravans in bij een handelaar, die op de leveringen de margeregeling toepaste als wederverkoper. Deze handelaar had deze partij caravans gekocht bij een dealer in Duitsland, welke werden geleverd met toepassing van het nultarief. De Duitse dealer kocht deze in bij de Duitse fabrikant. De bv paste op de leveringen van de caravans de margeregeling toe, wat volgens de inspecteur onterecht was. Omdat de handelaar duidelijk maakte dat zijn leveringen aan de bv plaatsvonden onder de margeregeling, mocht de bv in beginsel uitgaan van de juistheid daarvan volgens het hof. Een onjuiste toepassing van de margeregeling in de voorafgaande schakels speelt in beginsel geen rol bij daaropvolgende leveringen. Van dat beginsel wordt echter afgeweken als sprake is van fraude. De handelaar pleegde fraude door levering van de caravans onterecht als margeverkopen te presenteren, maar de bv pleitte dat hij daarvan niets wist of had moeten weten. Volgens het hof beschikte de bv wel over informatie waaruit hij had moeten afleiden dat sprake was van fraude, welk oordeel werd bevestigd door voormalige werknemers van de ondernemer. De bv mocht de margeregeling daarom niet toepassing op de doorlevering van de caravans aan haar afnemers.
Wet: artikel 28b, lid 1, artikel 28i en 35 Wet OB
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26 augustus 2014 (gepubliceerd op 12 september 2014), ECLI:NL:GHARL:2014:6884
Geef een reactie