Staatssecretaris Van Rij stuurt de Tweede Kamer zijn bevindingen en reactie op het onderzoek ‘Tussenevaluatie fiscale regelingen emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides’.
In deze tussenevaluatie zijn zes fiscale regelingen bekeken, die tussen 2017 en 2021 van toepassing waren in de motorrijtuigenbelasting (mrb), de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) en de bijtellingsregeling in de loonheffingen en inkomstenbelasting.
De regelingen voor EV hebben bijgedragen aan emissievrij rijden. Met name het tijdelijk verlaagde bijtellingspercentage voor EV lijkt een groot effect te hebben gehad. Maar door de beperkte tijd en insteek van het onderzoek is het niet mogelijk geweest om vast te stellen in hoeverre sprake is van doeltreffend en of sprake is van doelmatig beleid. Ook zijn uitspraken over de kosteneffectiviteit van fiscale regelingen ten opzichte van subsidies niet mogelijk. Het onderzoeksbureau geeft wel aan dat een financiële interventie door de overheid op het prijsverschil tussen EV en auto met een verbrandingsmotor op fossiele brandstoffen noodzakelijk was om de duurzame automobiliteit te stimuleren.
Geen reden om beleid nu aan te passen
Het kabinet ziet op basis van deze evaluatie nu geen reden om het toegepaste instrumentarium voor (PH)EV tot en met 2025 aan te passen. Wel zal het kabinet de bevindingen van het huidige stimuleringsbeleid en inzichten uit deze evaluatie voor een doelmatig vormgeving in de toekomst meewegen bij de besluitvorming over klimaat- en energiebeleid die dit jaar plaats vindt. Daarbij is relevant dat volgens de Klimaat en Energieverkenning wordt voorzien dat 60% van de nieuwverkoop in 2030 EV’s zal zijn, terwijl het kabinetsstreven is 100% EV’s van de nieuwverkoop in 2030.
Geef een reactie