Als de activiteiten van verschillende vof’s nauw met elkaar samenhangen, kunnen de vof’s gezien worden als één onderneming. De bronvraag hoeft dan maar één keer te worden beantwoord. Dit was onlangs aan de orde bij Rechtbank Noord-Nederland.
Een echtpaar had op een gegeven moment drie verschillende vennootschappen onder firma. In geschil was of er sprake was van een bron van inkomen: welke vof zou in de toekomst redelijkerwijs winst kunnen verwachten? En konden hierbij alle drie vof’s als één onderneming worden gezien, zodat maar één keer de bronvraag moest worden beantwoord? Nee, vond Rechtbank Noord-Nederland. Bij één van de drie vof’s bestond er tussen de activiteiten met de andere twee vof’s te weinig samenhang of nauw verband. De aard van de activiteiten verschilde te veel en de klantenkring week significant af. De bronvraag moest afzonderlijk – en in dit geval negatief – worden beantwoord. De andere twee vof’s konden wel samen één onderneming vormen, ondanks dat er twee aparte jaarrekeningen waren opgemaakt en ze als afzonderlijke onderneming bij de KvK waren ingeschreven. De bronvraag hoefde dus maar één keer te worden beantwoord, en die was voor een van de twee vof’s niet in geschil. De rechtbank kon vervolgens het ondernemingsverlies vaststellen.
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 2 december 2014 (gepubliceerd 24 februari 2015), ECLI:NL:RBNNE:2014:6060
Geef een reactie