Ook in verzet mag men nog het bewijs leveren voor betalingsonmacht van griffierecht, aldus Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Een belanghebbende had tegen een uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld. Hij werd hierbij door het hof niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet betalen van griffierecht. Hij had hiertegen verzet aangetekend. Hij stelde daarbij dat hij het griffierecht niet kon betalen.
In het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2015, heeft de Hoge Raad richtlijnen gegeven voor de wijze waarop een beroep op betalingsonmacht door de rechter moet worden behandeld. Voor belanghebbende had dit arrest volgens Hof Arnhem-Leeuwarden tot gevolg dat hij ook nog in verzet de gelegenheid kreeg aan te voeren dat hij in betalingsonmacht verkeerde. Helaas slaagde belanghebbende er niet in om het bewijs te leveren.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12 april 2016 (gepubliceerd op 15 april 2016), ECLI:NL:GHARL:2016:2870
Geef een reactie