Het wetsvoorstel Wet bedrag ineens RVU en verlofsparen is aangenomen door de Tweede Kamer.
Ook is een amendement over een evaluatie van het bedrag ineens na 2 jaar aangenomen. In een drietal aangenomen moties wordt de regering verzocht experimenten met pensioenopbouw door zelfstandigen te faciliteren; te inventariseren of mensen met een zwaar beroep daadwerkelijk eerder kunnen stoppen en de mogelijkheden voor werkgevers te onderzoeken voor werkgevers om gespaarde verlofdagen onder te brengen bij een derde partij.
Tweede nota van wijziging
Het doel van deze aanpassing is dat mensen meer mogelijkheden krijgen om het moment van opnemen van een bedrag ineens beter aan te laten sluiten bij hun persoonlijke situatie.
De deelnemer die met pensioen gaat voorafgaand aan het jaar van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd of het jaar waarin de AOW- gerechtigde leeftijd wordt bereikt, krijgt de mogelijkheid om de gedeeltelijke afkoop op een later moment te laten plaatsvinden, te weten in de maand februari volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt.
In dat geval is de (inmiddels) pensioengerechtigde geen AOW-premie verschuldigd over het bedrag ineens. Immers, de gedeeltelijke afkoop vindt dan pas plaats in het jaar na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en het bedrag ineens wordt derhalve tot het belastbare inkomen in dat betreffende jaar gerekend. Dit biedt ruimte voor een afweging wanneer de gedeeltelijke afkoop (‘de uitbetaling van het bedrag ineens’) gezien zijn persoonlijke omstandigheden en eventuele gevolgen voor de premieheffing aantrekkelijker is: op de pensioeningangsdatum of in de maand februari volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd is bereikt.
Terugwerkende kracht
In de inwerkingtredingsbepaling is de mogelijkheid tot terugwerkende kracht opgenomen voor de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing bij regelingen voor vervroegde uittreding en de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof.
Meer informatie: Ministerie SZW, 17 november 2020 en Tweede Kamer, 17 november 2020
Geef een reactie