De staatssecretaris gaat niet in cassatie tegen het oordeel van het hof dat de tweejaarsperiode die geldt bij de vrijgestelde vergoeding voor dubbele huisvesting per tewerkstelling geldt en niet als een termijn per dienstbetrekking.
In deze zaak ging het om een kostenvergoeding van dubbele huisvestingskosten over een periode van langer dan twee jaren. Binnen deze periode was sprake van verschillende tewerkstellingen op verschillende plaatsen. Per tewerkstelling was geen sprake van een periode van langer dan twee jaren. Het hof oordeelde dat de termijn van twee jaren waarover de vergoeding van dubbele huisvestingskosten vrijgesteld vergoed kan worden, moet worden opgevat als een termijn per tewerkstelling en niet zoals de rechtbank had beslist als een termijn per dienstbetrekking (zie Vergoeding dubbele huisvesting? Maximaal 2 jaar per opdracht). De staatssecretaris geeft aan dat hij dit oordeel juist acht. Binnen de Belastingdienst is volgens hem eerder uitgedragen dat de tweejaarstermijn binnen een dienstbetrekking geldt per tewerkstelling op een bepaalde plaats. Voor de duidelijkheid merkt hij nog wel op dat dit niet geldt bij twee opeenvolgende tewerkstellingen (met een korte tussenperiode) op dezelfde plaats, tenzij sprake is van twee van elkaar onafhankelijke tewerkstellingen. Voor de werkgever geldt daarvoor een zwaardere bewijslast (overtuigend aantonen).
Wet: artikel 15b, eerste lid, aanhef en letter i Wet LB 1964 (tekst 2010)
Geef een reactie