In de e-learning van Tax Talks over renteswaps geven mr. Kees van Laarhoven RB en mr. André Verduijn RB uitleg over de fiscale aspecten die hierbij spelen. Daarbij leert u ook onder welke voorwaarden u de winstneming over een toegekende UHR-coulancevergoeding kunt uitstellen.
Wellicht hebben uw cliënten in het verleden een renteswap gekocht om een lening tegen een variabele rente effectief gezien om te zetten in een lening met vaste rente. De kans is dan groot dat bij het kopen van deze renteswap de bank destijds onvoldoende rekening heeft gehouden met hun belangen. In dat geval kunnen zij recht hebben op een coulancevergoeding op grond van het zogeheten Uniform Herstelkader Rentederivaten (UHR). Als de renteswap in het kader van een onderneming is gekocht, behoort de coulancevergoeding tot het bedrijfsresultaat. Maar moet uw cliënt (de aanspraak op) deze vergoeding in zijn geheel direct tot de winst rekenen? Van Laarhoven en Verduijn menen van niet. Het gaat volgens hen te ver om een aanspraak op de UHR-coulancevergoeding al op de eindbalans van 2016 te zetten. Het UHR was toen net vastgesteld en het was toen nog te onzeker dat uw cliënt de coulancevergoeding zou ontvangen. In 2017 zullen ondernemers echter niet om (de aanspraak op) de coulancevergoeding heen kunnen. Maar dan nog is winstneming op de coulancevergoeding volgens Van Laarhoven en Verduijn uit te stellen voor zover zij ziet op toekomstige swapbetalingen. In principe vormt alleen het resterende deel niet-uitstelbare winst.
Wet: art. 3:6 BW en artt. 3.25 en 5.19 Wet IB 2001
Kader: paragraaf 3.4 Uniform herstelkader rentederivaten
Tax Talks
Deze e-learning is nu beschikbaar in uw account. Bent u nog geen abonnee? Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 49!
Geef een reactie