Als een bedrijf een pensioen toezegt aan een werknemer en na de pensioeningangsdatum geen pensioenuitkering plaatsvindt, is die pensioenaanspraak onzuiver geworden. Die aanspraak moet dan tot het loon van de werknemer worden gerekend.
Zo was aan een dga een pensioentoezegging gedaan op het moment van zijn 65ste verjaardag ter grootte van het op dat moment in de vennootschap in eigen beheer gereserveerde bedrag. Als gevolg van deze toezegging was jaarlijks ten laste van de fiscale winst een bedrag gedoteerd aan de pensioenvoorziening. Eind 2007 bedroeg de pensioenvoorziening op de fiscale balans van de bv € 668.505. De dga werd op 12 juli 2008 65 jaar en verrichtte vanaf dat moment geen werkzaamheden meer in het kader van zijn dienstbetrekking. Het pensioen was echter na de pensioeningangsdatum niet uitgekeerd en de pensioenvoorziening stond eind 2008 ook niet meer op de fiscale balans. In de aangifte 2008 viel de pensioenvoorziening evenmin vrij. Nu er geen pensioenuitkeringen hadden plaatsgevonden en geen bedrag als koopsom was voldaan, kreeg de dga een navorderingsaanslag inkomstenbelasting plus boete opgelegd. Het hof zag geen reden om deze aanslag te vernietigen. Het hof was het met de inspecteur eens dat de pensioenaanspraak onzuiver was geworden. De pensioenaanspraak moest als gevolg hiervan op het tijdstip dat onmiddellijk voorafging aan de pensioeningangsdatum tot het loon van de dga worden gerekend.
Wet: artikel 19b Wet op de loonbelasting 1964
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 10 juli 2014 (gepubliceerd op 6 augustus 2014), ECLI:NL:GHAMS:2014:2879
Geef een reactie