
Het kabinet wil uiterlijk in de Voorjaarsnota duidelijkheid geven aan ondernemers, burgers en de Belastingdienst wat de alternatieve invulling van de afschaffing van verlaagde btw-tarieven op cultuur per 1 juli zal worden.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen stuurt de Tweede Kamer – in aanloop naar de voortzetting van het debat op 20 februari 2025 – een brief met antwoorden op vragen die zijn gesteld tijdens het commissiedebat btw op 13 februari 2025.
Verschillende partijen hebben tijdens het commissiedebat gevraagd naar een stap richting een uniformering van het btw-tarief. Deze stap naar uniformering is op z’n vroegst uitvoerbaar in 2027. Vanwege de verouderde ICT kunnen er in het huidige omzetbelastingsysteem geen nieuwe tarieven worden toegevoegd. Momenteel loopt een aanbestedingstraject om een nieuw omzetbelastingsysteem (pakketoplossing) te verkrijgen. Na modernisering via een pakketoplossing, is het op zijn vroegst in 2027 mogelijk om een extra btw-tarief in te voeren. Vanaf het moment dat de modernisering is afgerond kan een stap worden gezet richting een uniform btw-tarief. Dit betekent dat er in 2026 nog een budgettaire opgave blijft bestaan die – zoals eerder beschreven – conform begrotingsregels gedekt dient te worden.
Recent is een onderzoek naar afbakeningsmogelijkheden binnen het verlaagde btw-tarief op restaurantdiensten afgerond. Het onderzoek is als bijlage opgenomen bij de brief. Ook vindt er op dit moment een evaluatie naar enkele (optionele) btw-vrijstellingen plaats. Het betreft de vrijstelling voor diensten van lijkbezorgers, schrijvers, journalisten, cartoonisten & componisten, voordrachten & dergelijke werkzaamheden en daarnaast de omzetgrenzen van de EU-verplichte fondswervingsvrijstelling. De onderzoeksresultaten worden op korte termijn verwacht.
Onzekerheid zeer onwenselijk
Het kabinet acht de huidige onzekerheid die bestaat in de cultuursector zeer onwenselijk. Daarom is het de insteek om zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden. Dat betekent uiterlijk bij de Voorjaarsnota. De staatssecretaris wil het alternatief door middel van een separaat wetgevingstraject zo snel als mogelijk in de wet opnemen en hoopt dat het parlement bereid is om deze wet dan voortvarend en in goed overleg te behandelen. Als het nodig blijkt om aanvullend beleid te treffen, zal de staatssecretaris dat ook doen.
Geef een reactie