Na het overlijden van haar man ontving een weduwe een uitkering uit een collectieve ongevallenverzekering die de werkgever had afgesloten voor zijn werknemers. Over de uitkering had de werkgever terecht loonbelasting ingehouden.
Op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel h Wet LB behoort de aanspraak op uitkeringen wegens overlijden door een ongeval niet tot het loon. Dit betekent dat de uitkering is belast, door toepassing van de omkeerregel. De weduwe dacht dat dit alleen gold voor ongevallen die tijdens het werk waren gebeurd. Haar man was echter overleden buiten werktijd en was toen ook niet aan het werk. De Hoge Raad volgde de uitleg van de wettekst door de weduwe niet. Bovendien bleek uit de wetsgeschiedenis dat de vrijstellingsbepaling ook ziet op aanspraken die recht geven op eenmalige uitkeringen, zoals in deze zaak het geval was. De werkgever had daarom terecht loonbelasting/premie volksverzekeringen ingehouden.
Wet: artikel 11, lid 1, letter h Wet LB 1964
Meer informatie: Hoge Raad, 25 november 2011, LJN: BQ6118
Geef een reactie