Een uitkering uit een ongevallenverzekering die een werknemer ontvangt naar aanleiding van een ongeval niet op de werkplek en buiten werktijd, kan als loon uit dienstbetrekking kwalificeren.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant kwam tot dit oordeel in een zaak waarin de partijen het niet eens konden worden over de kwalificatie van een uitkering uit een ongevallenverzekering met 24-uursdekking. Belanghebbende kreeg de uitkering na inhouding van ruim € 17.000 aan loonheffing. Volgens belanghebbende kwalificeerde de uitkering niet als loon uit dienstbetrekking, omdat hij de uitkering uit die verzekering niet kon afdwingen en de uitkering niet zozeer haar grond vond in de dienstbetrekking. De werkgever was volgens hem niet verplicht de verzekering af te sluiten en had daaromtrent nooit iets aan hem beloofd. De rechtbank wees de werknemer erop dat alle voordelen die de werkgever aan hem verstrekt tot het loon uit dienstbetrekking behoren. Dat belanghebbende niet wist dat zijn werkgever de verzekering had afgesloten en de uitkering uit die verzekering niet kon afdwingen, was dus niet van belang. De aanspraak maakt deel uit van de arbeidsvoorwaarden, ook wanneer deze niet expliciet in de arbeidsovereenkomst is vermeld. In dit geval was bovendien sprake van een ‘bijzondere omstandigheid’ zoals bedoeld in het Smeerkuilarrest, als gevolg waarvan een immateriële schadevergoeding voortvloeit uit de dienstbetrekking. Nu de aanspraak op de uitkering niet tot het loon behoorde, was de uitkering op grond van de omkeerregeling belast.
Wet: artikel 10 Wet LB 1964 en artikel 3.81 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19 september 2016, (gepubliceerd op 9 november 2016), ECLI:NL:RBDHA:2016:11244
Geef een reactie