Een man schikte met een verzekeringsmaatschappij waar hij eigenlijk bij in dienst zou treden. Het bedrag van € 250.000 dat hij daarbij ontving, had volgens de rechter betrekking op de derving van loon dat hij anders zou hebben ontvangen, en was belast.
Het ging om een man die als werknemer van een bv voor een verzekeringsmaatschappij een pensioenfonds opzette. Nadat de man en zijn werkgever na een verslechterde verhouding afscheid van elkaar namen, zou de man bij de verzekeringsmaatschappij in dienst treden. Hiervoor werd een overeenkomst gesloten tussen zijn oude werkgever en de verzekeringsmaatschappij. Maar tot indiensttreding kwam het uiteindelijk niet in verband met een juridisch geschil. Om daaraan een einde te maken kwam de verzekeringsmaatschappij met de man een minnelijke regeling overeen om € 250.000 uit te keren aan een stichting die de man daarvoor had opgericht. In geschil was of de inspecteur het uitbetaalde bedrag terecht belaste als loon dat was genoten ter vervanging van gederfd loon of te derven loon. Rechtbank Noord-Nederland vond van wel. Volgens de civiele dagvaarding bestond de schade die de man had geleden vooral uit gederfde inkomsten. De uitbetaling van € 250.000 had daarom volgens de rechter betrekking op de derving van het loon dat de man zou hebben genoten als de dienstbetrekking wel tot stand was gekomen.
Wet: artikel 3.82, aanhef en onderdeel 1, ten eerste Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 14 januari 2014 (gepubliceerd op 30 april 2014), ECLI:NL:RBNNE:2014:114
Geef een reactie