Er dreigt een jaar uitstel voor de minimumbelasting van 15% voor multinationals. Het kabinet voelt er niets voor om volgend jaar eenzijdig het internationaal overeengekomen minimumtarief in te voeren. Inzet is om dat met de gehele Europese Unie tegelijk te doen, maar niet alle lidstaten zijn daar al klaar voor.
De linkse partijen in de Tweede Kamer vrezen uitstel. “Dat betekent nog een jaar waarin multinationals te weinig belasting zullen betalen”, waarschuwt SP-Kamerlid Alkaya. Hij wil dat Nederland dat voorkomt door zich in Brussel sterk te maken voor een oplossing waarbij de lidstaten kunnen kiezen tussen 2023 en 2024 als ingangsdatum, of desnoods eenzijdig het minimumtarief invoert.
“Wij betreuren het ook ten zeerste dat het niet op 1 januari 2023 wordt ingevoerd”, zegt staatssecretaris Van Rij. Hij hamert echter op het belang van unanimiteit. Alleen als alle lidstaten instemmen kan het minimumtarief worden ingevoerd. Er zijn vijf lidstaten die nog op de rem trappen.
Onder Frans voorzitterschap wordt volgens Van Rij hard gewerkt om nog een compromis te bereiken. Hij wil dat niet “voor de voeten lopen” door eigenmachtig op te treden. Daarmee zou hij de onderhandelingen alleen maar verder kunnen bemoeilijken. Een oplossing met twee snelheden noemt hij “niet wenselijk”.
Bron: EU-nieuws, 31 maart 2022
Online cursus Ontwikkelingen Internationaal Belastingrecht
Het internationale fiscale speelveld verandert in rap tempo. Stap voor stap is de impact BEPS-discussie gegroeid, en daarmee de gevolgen voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Wat is er nog mogelijk en wat is niet langer mogelijk (nu of in de toekomst)? Kortom: welke alternatieve structureringen zijn mogelijk om het Nederlandse en Europese vestigingsklimaat aantrekkelijk te houden? Wat is de status van de voorstellen van de Europese Commissie? Welke relevante nationale en Europese rechtspraak is recent gewezen? Dr. Arthur Hofman bespreekt deze recente ontwikkelingen.
Geef een reactie