De rente op een lening van een verbonden lichaam is onder omstandigheden van aftrek afgesloten. Dit geldt ook voor de daarbij behorende kosten en valutaresultaten. Valutawinsten vallen als valutaresultaten ook onder de aftrekbeperkingen en zijn daardoor onbelast. Dit heeft de Hoge Raad onlangs beslist.
Een Nederlandse vennootschap (C bv) leende een bedrag in dollars bij haar Belgische moeder B nv. Zij leende dit bedrag vervolgens door aan haar Nederlandse dochter. De door de vennootschap verstrekte lening functioneerde feitelijk als eigen vermogen bij de Nederlands dochter en werd daarom aangemerkt als deelnemerschapslening. De Nederlandse dochter mocht de rente op de lening daarom niet in aftrek brengen. Eind 2004 heeft B nv haar vordering op C bv omgezet in agio (informeel kapitaal) waardoor bij C bv een koerswinst werd gerealiseerd als gevolg van de koersverhouding op dat moment. C bv saldeerde de valutawinst met de rente die tot het moment van de omzetting was betaald. Het overgebleven positieve bedrag werd vrijgesteld. De inspecteur meende dat dit bedrag belast was. De Hoge Raad oordeelde dat onder het begrip valutaresultaten zowel koerswinsten en -verliezen vallen. In geval van valutawinsten moeten deze worden gesaldeerd met renten, kosten en geleden valutaverliezen. Het resterende bedrag aan koerswinst is vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
Wet: artikel 10a Wet op de vennootschapsbelasting 1964
Meer informatie: Hoge Raad, 24 februari 2012, LJN: BQ1248
Geef een reactie