‘Ik kan nu alvast zeggen dat iedereen tegemoetkomen zou betekenen dat alle belastingplichtigen, dus ook degenen die het kunnen lijden, die tegemoetkoming zouden krijgen. Die kans acht ik niet zo groot, want ik heb te maken met een unaniem aangenomen motie in deze Tweede Kamer die tot iets anders oproept’. Dit zei staatssecretaris Van Rij 24 mei in de Tweede Kamer tijdens het vragenuur.
Tweede Kamerlid Alkaya (SP) vroeg Van Rij of ‘hij wil bevestigen dat de uitspraak van de Hoge Raad van 20 mei 2022 de staatssecretaris geen strobreed in de weg legt om gewoon iedereen rechtsherstel te bieden?’
Van Rij: ‘Als we iets gaan doen voor de niet-bezwaarmakers, zullen we dat uiteraard doen op een wijze die uitvoerbaar is. Ik vind ook wel dat het de plicht is van in ieder geval de staatssecretaris, maar ook van de politiek, om daar op een eerlijke manier met belastingplichtigen over te communiceren. Ik zou hier heel makkelijk kunnen zeggen “ja, we komen ze tegemoet”, om vervolgens, niet alle consequenties doordacht hebbend, hier misschien te moeten terugkomen met de boodschap dat er toch nog wel wat haken en ogen aan zitten en het toch iets ingewikkelder in elkaar zit.’
Kleine spaarders
De staatssecretaris wil wel ‘heel goed kijken’ of en hoe hij kleine spaarders die geen bezwaar maakten kan tegemoetkomen. In de eerder aangenomen motie-Eppink wordt het kabinet gevraagd kleine spaarders te compenseren.
Van Rij: ‘De Hoge Raad heeft hier nu heel duidelijk aangegeven: als er nieuwe jurisprudentie is, ook als je geen bezwaar hebt gemaakt, dan zit je termijn erop. We maken de uitzondering in deze situatie om er nog eens goed naar te kijken, omdat het niet goed voelt vanuit het rechtsgevoel.’
Geef een reactie