Volgens het kabinet is er een wettelijke basis voor het gebruik van eHerkenning. Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij op Kamervragen.
Onlangs vernietigde Rechtbank Gelderland een naheffingsaanslag loonheffing. De rechtbank oordeelt dat er geen wettelijke basis is een inhoudingsplichtige te verplichten zijn aangiften loonheffing met eHerkenning bij de Belastingdienst in te dienen.
Het kabinet is van mening dat voor het gebruik van eHerkenning een wettelijke basis bestaat in artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en specifiek voor het fiscale domein in artikel 3a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Als het aan het kabinet ligt, wordt de wettelijke basis van eHerkenning verder verankerd in de wet Digitale Overheid (Wdo).
Naschrift op website Belastingdienst
Tegen de uitspraak van Rechtbank Gelderland kan de staatssecretaris niet in beroep gaan. Deze uitspraak betekent niet dat de gronden waarop de beslissing berust – dat een wettelijke basis voor eHerkenning zou ontbreken – automatisch ‘recht’ worden in andere zaken. Om dit toe te lichten zal de staatssecretaris een naschrift laten publiceren op de website van de Belastingdienst.
EHerkenning enige veilige middel
Aangiften vennootschapsbelasting, loonbelasting en omzetbelasting moeten verplicht digitaal gedaan worden. Als de belastingplichtige, inhoudingsplichtige of ondernemer deze via MBD-Z wil doen, moet hij voor het inloggen op het portaal gebruik maken van eHerkenning. Ook voor de digitale communicatie met het UWV geldt dat eHerkenning het enige veilige en betrouwbare inlogmiddel is dat voldoet aan de eisen vanuit de AVG, de eIDAS-verordening en dat voldoende bescherming van persoonsgegevens voor ondernemers biedt. Het UWV biedt daarnaast de mogelijkheid voor een alternatieve wijze van communicatie, namelijk op papier of telefonisch.
Er wordt gekeken naar aan een ander, publiek, inlogmiddel. Dit is echter op dit moment niet beschikbaar. Het enige alternatief zou daarom zijn om het weer mogelijk te maken om ook voor de vennootschapsbelasting, loonbelasting en omzetbelasting op papier aangifte te doen. Dit alternatief is niet uitvoerbaar en vindt het kabinet onwenselijk.
Bron: Antwoorden op Kamervragen over eHerkenning, nr. 2022Z03224, Ministerie van Financien, 16 maart 2022
Geef een reactie