Als een buitenlandse vennootschap eigen personeel ter beschikking stelt aan een Nederlandse zustermaatschappij, kan de fiscus deze terbeschikkingstelling aanmerken als een vaste inrichting. Gesteld dat het desbetreffende verdrag het heffingsrecht toekent aan Nederland, zal de buitenlandse vennootschap dan loonbelasting moeten inhouden.
Zo had een Portugees bedrijf medio 2002 Portugese lassers en pijpfitters ter beschikking gesteld aan haar Nederlandse zustervennootschap. Het belastingverdrag tussen Portugal en Nederland wees het heffingsrecht toe aan Nederland omdat daar de werkzaamheden plaatsvonden. Deze werkzaamheden duurden bovendien langer dan 183 dagen. De Belastingdienst stelde vervolgens dat de terbeschikkingstelling van het personeel leidde tot het houden van een vaste inrichting in Nederland. Hierdoor was het Portugese bedrijf de inhoudingsplichtige. Rechtbank Den Haag was het daarmee eens.
Verdrag: artikel 15, eerste en tweede lid Verdrag Nederland-Portugal
Wet: artikel 6, tweede lid, onderdeel a en derde lid, onderdeel b LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 19 maart 2014 (gepubliceerd 8 mei 2014), ECLI:NL:RBDHA:2014:4338
Geef een reactie