Een adviseur die voor matiging van de vergrijpboete pleitte vanwege overschrijding van de redelijke termijn, kreeg nul op zijn rekwest van het Gerechtshof Amsterdam. Op het moment dat hij over het geschil een compromis sloot met de inspecteur, was deze ook van toepassing op de boete.
Als de belastingplichtige en de inspecteur tot een compromis komen om zo een einde te maken aan een geschil, is deze vaststellingsovereenkomst bindend voor beide partijen, zo overwoog het hof. Een uitzondering geldt als de overeenkomst heel duidelijk in strijd is met het recht. Ook gaf de rechter aan dat het compromis ook geldt voor de eventuele (vergrijp)boete die bij het geschil speelt. Op het moment dat de vaststellingsovereenkomst wordt gesloten wordt het bestaande geschil over naheffing en de boete beëindigd. Na het moment van ontvangst van de overeenkomst kan de belastingplichtige dan ook niet meer in een onzekerheid leven, die – als zij te lang zou duren – matiging van de boete zou rechtvaardigen. Overschrijding van de redelijke termijn kon in dit geval dus ook niet meer aan de orde zijn, nu de vaststellingovereenkomst binnen de redelijke termijn was gesloten.
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 26 januari 2012 (gepubliceerd op 8 februari 2012), LJN: BV2998
Geef een reactie