Ook na de wijzigingen uit het Belastingplan 2016 en het Belastingplan 2017 kan de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) een interessante belegging blijven voor de dga. Wel zijn er bepaalde aandachtspunten, aldus mr. Xavier Auerbach in de Tax Talks uitzending van 9 november 2016.
Wie nu een aanmerkelijk belang heeft in een vrijgestelde beleggingsinstelling, wordt fiscaal geacht jaarlijks een regulier voordeel te hebben ontvangen ter grootte van 4% van de waarde van de aandelen of winstbewijzen aan het begin van het kalenderjaar. Dit voordeel wordt naar tijdsgelang berekend. Voor zover de aandeelhouder daadwerkelijk dividend ontvangt, vermindert dit dividend het forfaitaire voordeel, maar niet verder dan tot nihil. Op grond van het Belastingplan 2016 wordt het forfaitaire voordeel per 1 januari 2017 verhoogd naar 5,5%. Auerbach wijst erop dat deze stijging de vbi niet minder aantrekkelijk hoeft te maken dan een box 3-belegging. Het Belastingplan 2016 introduceert immers een forfaitair rendement van 5,5% over het deel van het box 3-vermogen dat aan de rendementsklasse II wordt toegekend. Naarmate het vermogen in een hogere schijf valt, stijgt het aandeel van rendementsklasse II. Bovendien bedraagt het tarief van box 3 30% terwijl het tarief van box 2 25% bedraagt.
Heffing bij inbreng in vbi
Maar men moet ook rekening houden met een maatregel uit het Belastingplan 2017. Wanneer de dga zijn gewone aanmerkelijk belang omzet in een aanmerkelijk belang in een vbi, zal een fictieve vervreemding vormen. De dga moet daardoor afrekenen over de fiscale claim over zijn aanmerkelijk belang. Deze bepaling is asymmetrisch, benadrukt Auerbach. Bij een latent verlies uit aanmerkelijk belang leidt het overbrengen naar de vbi niet tot een aftrekbaar verlies. Auerbach wijst erop dat het fictieve vervreemdingsvoordeel wel de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang verhoogt. Hierdoor is de nieuwe maatregel een vorm van het naar voren halen van de belastingheffing, maar leidt zij niet tot dubbele heffing.
Wet: artikel 6a Wet VPB 1969 en artikelen 4.13, eerste lid, onderdeel a, 4.14, 4.16 en 4.27 Wet IB 2001
Uitzending gemist? Vanaf vanavond kunt u deze terugkijken in uw on demand omgeving!
Nog geen abonnee? Meld u nu aan!
Geef een reactie