In een zaak bij Gerechtshof Den Haag bleek dat dotaties aan een garantievoorziening al jaren (veel) te hoog waren. Daarom mocht de inspecteur de vrijval van de voorziening voor een deel toerekenen aan eerdere jaren, zo oordeelde de rechter.
Het ging in deze zaak om een bouwbedrijf met een garantievoorziening. Het saldo van de voorziening was in 2005 ruim € 1.050.000 en in 2006 ruim € 1.133.000. Het volgende jaar verlaagde het bouwbedrijf de dotaties en het saldo. Dit leidde in 2007 tot een vrijval van ruim € 812.000, waardoor de garantievoorziening nog maar € 335.000 bedroeg. Hof Den Haag was het met de rechtbank en de inspecteur eens, dat door de forse vrijval kon worden aangenomen dat de voorziening al in 2005 (veel) te hoog was. Het bleek dat de dotaties al jaren veel hoger waren dan de garantiekosten die van de voorziening werden afgeboekt. De saldi van 2005 en 2006 waren naar goedkoopmansgebruik onaanvaardbaar. De vrijval in 2007 moest dan ook voor een deel worden toegerekend aan de jaren 2005 (€ 500.000) en 2006 (€ 200.000).
Artikel: 3.25 Wet IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 15 mei 2012 (gepubliceerd 17 december 2012), LJN: BY6461
Geef een reactie