In beginsel moeten de economische belangen in de aandelen een-op-een overgaan op de certificaathouders als men wil voorkomen dat sprake is van een fiscale vervreemding van een aanmerkelijk belang.
In Tax Talks is prof.mr. G.T.K. Meussen ingegaan op het nut en de fiscale aspecten van het certificeren van aandelen. In situaties waarin sommige kinderen van een dga actief zijn binnen zijn B.V. en andere kinderen niet, kan certificering van aandelen een nuttig gereedschap zijn voor estate planning. Door de niet-ondernemende kinderen certificaten toe te kennen, krijgen zij een economisch belang in de B.V. Zij krijgen echter geen zeggenschap. Meussen stelt dat certificering ruzies binnen de familie kan voorkomen doordat de ondernemende kinderen financieel niet worden voorgetrokken. Meussen wijst ook op het Verzamelbesluit Aanmerkelijk belang. Dit besluit noemt de voorwaarden waaronder de aandelen worden vereenzelvigd met de certificaten. In het geval van vereenzelviging verruilt men een middellijk aanmerkelijk voor een onmiddellijk aanmerkelijk belang. Dit telt niet als een fiscale vervreemding van het aanmerkelijk belang, zodat fiscale afrekening achterwege blijft. Een belangrijke voorwaarde voor zo’n vereenzelviging is dat alle aan de aandelen klevende economische belangen een op een overgaan op de certificaathouders. Overigens zijn er wel praktijkvoorbeelden van situaties waarin niet helemaal aan de voorwaarden werd voldaan, maar aanmerkelijkbelangheffing toch uitbleef. Zie bijvoorbeeld: ‘Fiscus moet toerekening aandelen aan kinderen accepteren’. Meussen wijst hierbij op het belang dat de rechter hechtte aan de stelling van de belanghebbende dat zijn intenties niet fiscaal gedreven waren.
Flex-B.V. als alternatief?
In het programma komt nog de vraag op certificering van aandelen nog wel zin heeft nu onder de Flex-B.V. stemrechtloze aandelen zijn uit te geven. Mr.dr. Chris Dijkstra vindt stemrechtloze aandelen echter niet zo’n goed alternatief voor certificering. Bij certificering wordt namelijk ook een stichting administratiekantoor opgericht waarvoor men bestuurders kan benoemen. Deze bestuurders kunnen eventueel zelf besluiten te stoppen als ze er genoeg van hebben. Dijkstra vindt certificering daarom binnen het familiebedrijf meer voor de hand liggen dan het uitgeven van stemrechtloze aandelen.
Bekijk hieronder een compilatie van de uitzending
Nog geen abonnee? > Maak nu voordelig kennis met Tax Talks
Wet: artt. 2.14a en 4.6 Wet IB 2001
Besluit: Verzamelbesluit Aanmerkelijk belang, 9 maart 2018, nr. nr. 2018-27139
Geef een reactie