Een werkgever die een schriftelijk verbod op privégebruik van auto’s niet handhaaft, stelt de auto’s gewoon voor privégebruik ter beschikking en moet loonheffingen afdragen.
Een werkgever bood vennoten een reiskostenvergoeding of een auto voor zakelijk gebruik. Daarbij kwam de werkgever met de vennoten een schriftelijk verbod op privégebruik van de ter beschikking gestelde bedrijfsauto’s overeen. De werkgever veronderstelde dat de vennoten ook geen behoefte hadden die auto's privé te gebruiken vanwege de hoge werkdruk. Rechtbank Den Haag overwoog echter dat de wet meer vereist dan de enkele schriftelijke vastlegging van een verbod, zoals het houden van toezicht op het verbod en het opleggen van een passende sanctie bij overtreding daarvan. Nu het bedrijf niet alleen niet kon aantonen het verbod daadwerkelijk te handhaven, maar ook geen kilometeradministratie had bijgehouden en niet kon aantonen dat de ingediende declaraties uitsluitend zakelijke ritten betroffen, had de inspecteur terecht geconstateerd dat de ingediende aangifte aanzienlijk te laag was.
Wet: artikel 13bis lid 1 en artikel 10 Wet LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Den Haag 12 november 2015 (gepubliceerd 6 januari 2016), ECLI:NL:RBDHA:2015:15469
Geef een reactie