De Hoge Raad is er niet zonder meer van overtuigd dat de Scientology Kerk Amsterdam (SKA) kwalificeert als een algemeen nut beogende instelling (anbi). Daartoe moet eerst worden onderzocht of de SKA minstens evenveel het algemeen belang dient als particuliere belangen.
Eerder had Hof Amsterdam geoordeeld dat de Belastingdienst de SKA wel moest aanmerken als anbi (zie: ‘Hof: Scientology Kerk is wel ANBI’). Dit hof stelde daarbij voorop dat kerkelijke en levensbeschouwelijke instellingen van oudsher worden geacht zich volledig richten op het algemeen belang. Maar de Hoge Raad maakte duidelijk dat ook voor kerkelijke en levenbeschouwelijke instellingen geldt dat hun activiteiten voor minstens 50% het algemeen belang moeten dienen. Verder wees de Hoge Raad op het feit dat de SKA tarieven in rekening bracht voor auditing en training. Dat deze activiteiten een onderdeel vormden van de religieuze beleving, betekende volgens de Hoge Raad nog niet dat zij waren gericht op het algemeen belang. Sterker nog, zouden de tarieven commercieel van aard zijn, dan moesten de auditing en training worden aangemerkt als activiteiten die primair een particulier belang dienden. De Hoge Raad vernietigde daarom de uitspraak van Hof Amsterdam en gaf Hof Den Haag de opdracht de zaak nader te onderzoeken.
Wet: artikel 6.33 Wet IB 2001, eerste lid, onderdeel b (tekst 1 januari 2008) en artikel 5b AWR
Meer informatie: Hoge Raad, 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3565
Geef een reactie