Een bedrag dat een ondernemer ontvangt van een ander dan degene voor wie hij een prestatie verricht, mag alleen worden gerekend tot de vergoeding voor die prestatie, indien een rechtstreeks verband bestaat tussen het betaalde bedrag en de prijs van de prestatie. Dit blijkt andermaal uit het volgende verwijzingsarrest.
Het verwijzingshof verwees om te beginnen naar het Commissie/Italië-arrest waarin het Europese Hof het volgende duidelijk maakte. Het enkele feit dat door een derde betaalde bijdrage invloed kan hebben op de prijs van door een ondernemer verrichtte prestatie, is niet voldoende om deze bijdrage te rekenen tot de vergoeding en deze belastbaar te maken. Voor dat laatste moet een rechtstreeks verband bestaan tussen het betaalde bedrag en de prijs van de prestatie. In deze specifieke situatie ontving een woningcorporatie naast de huursommen van de huurders (buitenlandse studenten) een ‘vergoeding leegstand’ en een 'vergoeding exploitatietekort’ van de hogescholen waarbij de studenten stonden ingeschreven. Aan deze vergoeding waren overigens onderling van elkaar afwijkende voorwaarden gesteld. Zie ook: Vergoeding voor huisvesting en verhuur één btw-prestatie?
Rechtstreeks verband
Het verwijzingshof kwam tot het oordeel dat de ‘vergoeding leegstand’ belast was, omdat de woningcorporatie niet-verhuurde wooneenheden ‘leeg’ moest houden voor de studenten. Deze vergoeding hield rechtstreeks verband met de door belanghebbende verrichte prestatie, want naarmate de woningcorporatie meer leegstaande wooneenheden beschikbaar hield waren de hogescholen voor deze prestatie meer verschuldigd. Echter, de ‘vergoeding exploitatietekort’ was onbelast. De bijdrage van de hogescholen in het exploitatietekort was namelijk niet afhankelijk van de mate waarin de wooneenheden daadwerkelijk werden verhuurd of leegstonden. Er was met betrekking tot deze vergoeding dan ook geen rechtstreeks verband tussen de betaling en de prestatie.
Wet: artikel 8, lid 1 en 2 en 9 Wet OB 1968
Meer informatie: Hof Den Bosch, 5 februari 2016 (gepubliceerd op 18 april 2016), ECLI:NL:GHSHE:2016:367
Geef een reactie