De verhuur van een onzelfstandig deel van een woning was onder zodanige voorwaarden overeen gekomen dat er onvoldoende economische betekenis was om een samenwerkingsverband te kwalificeren als ondernemer. Rechtbank Haarlem wees het verzoek om teruggaaf omzetbelasting dan ook af.
Een vrouw en de met haar samenwonende man die een samenwerkingsverband hadden gesloten meenden zich te kwalificeren als ondernemer en zo recht te hebben op aftrek van de voorbelasting op een door hen gebouwde woning. De economische activiteit waar zij dit op baseerden was de verhuur van het pand aan de bv waar de man in kwestie dga van was.
De bv huurde een kantoor met archiefruimte in de woning. Deze waren alleen te bereiken via de centrale hal van het huis. Bovendien waren deze ruimtes ook niet voorzien van eigen sanitaire voorzieningen of watervoorziening. De huurder mocht buiten de huurovereenkomst gebruik maken van de centrale hal en het toilet.
Gelet op de omstandigheden waaronder de verhuur plaatsvond, zag de rechtbank deze niet als een economische activiteit. Het was niet aannemelijk dat het samenwerkingsverband de werkruimte aan een ander ter besschikking zou stellen dan een aan haar gelieerde derde, zoals de bv. De dga stelde de woning dus feitelijk aan geen ander dan zichzelf ter beschikking. Van onderneming was geen sprake.
Wet: Artikel 7 Wet OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 25 juli 2011 (gepubliceerd 10 februari 2012) LJN: BV3592
Geef een reactie