Staatssecretaris Van Rij stuurt de Tweede Kamer het ambtelijk rapport ‘Verkenning vrijstellingen in de overdrachtsbelasting’, waarin in kaart wordt gebracht voor welke fiscale regelingen in de overdrachtsbelasting er aanleiding is om nader onderzoek te doen.
De verkenning heeft betrekking op alle vrijstellingen van overdrachtsbelasting. Het per 2011 ingevoerde verlaagde tarief voor woningen (2%) wordt ook meegenomen, net als de tariefdifferentiatie die per 2021 is ingevoerd.
Voor alle regelingen is in kaart gebracht wat het beleidsdoel is, welke kennis er beschikbaar is uit eerdere onderzoeken, hoe vaak de regelingen gebruikt worden en hoe deze ervaren worden in de uitvoering door de Belastingdienst. Ook is voor alle regelingen het toetsingskader fiscale regelingen doorlopen. Op grond van dit onderzoek wordt de aanbeveling gedaan om de komende jaren 20 vrijstellingen, het verlaagde tarief voor woningen en de tariefdifferentiatie in de overdrachtsbelasting te evalueren. Op basis van deze resultaten is de evaluatieplanning voor de komende jaren vastgesteld. In 2024 wordt de Wet differentiatie van de overdrachtsbelasting geëvalueerd, inclusief enkele andere vrijstellingen die betrekking hebben op de woningmarkt, zoals de startersvrijstelling. In 2025 volgt een evaluatie van de vrijstellingen in de overdrachtsbelasting gericht op ondernemerschap. In 2026 worden de vrijstellingen voor natuur en landbouw onderzocht, en in 2027 zullen enkele vrijstellingen van technische en notariële aard geëvalueerd worden. Eén vrijstelling, namelijk die voor samenloop met de omzetbelasting, wordt bij de evaluatie van de btw-vrijstellingen in 2024 betrokken. Al deze voorgenomen evaluaties zijn terug te vinden in de evaluatieplanning fiscale regelingen 2023- 2027 die staat opgenomen in Bijlage 9 van de Miljoenennota 2024.
Geef een reactie