Om in aanmerking te komen voor aftrek van dieetkosten moet een dieetbevestiging van een arts worden overlegd. Een door de adviseur ingevulde dieetbevestiging die daarvoor blanco door de arts is ondertekend, is niet voldoende.
Een man lijdt aan COPD en reuma. In zijn aangifte IB 2014 heeft hij € 3.065 aan specifieke zorgkosten in aftrek gebracht. De dieetkosten die de man heeft opgevoerd en de aftrek extra uitgaven voor kleding en beddengoed zijn door de inspecteur niet geaccepteerd waardoor de man onder de wettelijke drempel voor aftrek blijft.
Wettelijke vereisten
Bij Rechtbank Noord-Holland blijkt dat de adviseur van de man de dieetbevestiging heeft ingevuld en dat deze door de longarts is ondertekend. Navraag bij het ziekenhuis heeft geleerd, en dat werd ook door de man bevestigd, dat door de longarts een blanco dieetbevestiging heeft ondertekend. Vaststaat dat de man onder behandeling is bij een van de longartsen. Op basis hiervan is de rechtbank van mening dat de dieetbevestiging niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Op de dieetbevestiging ontbreekt de naam van de behandelende arts en op basis van de verklaring van het ziekenhuis en ook de man zelf, is het onzeker of de arts de inhoud van de dieetbevestiging onderschrijft. Nu de man geen nadere schriftelijke onderbouwing heeft geleverd van de dieetbevestiging heeft de inspecteur de gevraagde aftrek voor dieetkosten terecht afgewezen.
Ten aanzien van de aftrek extra uitgaven voor kleding en beddengoed heeft de man geen bewijsstukken overlegd. Ook deze aftrek is terecht afgewezen.
Wet: art. 6.17 lid 1 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 25 januari 2019 (gepubliceerd op 19 februari 2019), ECLI:NL:RBNHO:2019:1014
Geef een reactie