Stel een stichting heeft als statutair doel het behartigen van de financiële belangen van een natuurlijk persoon. Deze stichting koopt de eigen woning van deze persoon en verhuurt de woning vervolgens aan hem terug. Volgens Rechtbank Den Haag is in zo’n situatie sprake van een inbreng in een afgezonderd particulier vermogen zijn. Het gevolg is dat de fiscus de eigen woning nog steeds aan de verkoper mag toerekenen.
Een vrouw had op 18 juli 2013 een stichting opgericht. Het statutaire doel van deze stichting was het behartigen van de vermogensrechtelijke belangen van de vrouw. Na haar overlijden zou de stichting de vermogensbelangen van haar nog levende broers van zusters behartigen. Een paar dagen later verkocht de vrouw haar eigen woning aan de stichting. De stichting bleef de koopprijs schuldig. De stichting verhuurde vervolgens de woning aan de vrouw. Vanaf 1 juli 2014 vond ook een gedeeltelijke verhuur aan derden plaats. De vrouw overleed op 14 februari 2018.
Toerekening aan verkoopster
De Belastingdienst meent dat de woning ook in de jaren 2014 – 2016 voor de vrouw een eigen woning vormt. Na de inbreng is namelijk sprake van een afgezonderd particulier vermogen. De rechtbank is het daarmee eens. De stichting dient meer dan bijkomstig een particulier belang. Nu sprake is van een APV, dient de woning fiscaal aan de vrouw te worden toegerekend. De inspecteur heeft terecht de woning als eigen woning behandeld en de verhuurregeling toegepast.
Wet: art. 2.14a, 3.111 en 3.113 Wet IB 2001
Geef een reactie