Een bv verkocht haar gevoegde 100%-dochtermaatschappij en wilde de verkoopkosten in aftrek brengen. De inspecteur stond dit niet toe. De Hoge Raad stelde de inspecteur in het gelijk.
Wanneer sprake is van verkoop van een deelneming, zijn de vervreemdingskosten niet aftrekbaar van de winst door de deelnemingsvrijstelling. Bij vervreemding van een in een fiscale eenheid gevoegde dochtermaatschappij wordt de verkoop geacht plaats te vinden na de ontvoeging van de dochter. Dit blijkt uit artikel 14, lid 1, Besluit fiscale eenheid 2003.
Dat verkoopkosten worden gemaakt in de periode van de fiscale eenheid maakt dan geen verschil. De kosten zijn dan ook niet aftrekbaar als ze worden gemaakt na het tekenen van de licentieovereenkomst tot verkoop, maar vóór de overdracht van de aandelen. Dit bleek uit de zaak die de Hoge Raad behandelde. In deze zaak wilde een bv toch verkoopkosten in aftrek brengen, wat door de inspecteur werd geweigerd. De Hoge Raad stelde de inspecteur in het gelijk en aftrek van de kosten werd niet toegestaan.
Wet: artikel 13 lid 1 Wet vpb, artikel 15 Wet vpb, artikel 14 lid 1 Besluit fiscale eenheid 2003
Meer informatie: Hoge Raad 11 januari 2013, LJN: BY0612
Geef een reactie