De verplichting om een parkeerplaats eerst aan medebewoners aan te bieden heeft een gering waardedrukkend effect op de WOZ-waarde. De verkoper kan zelf de verkoopprijs bepalen.
Een eigenaar van een appartement was het niet eens met de vastgestelde WOZ-waarde en de onroerendezaakbelasting voor het kalenderjaar 2015. Bij het appartement hoorden twee parkeerplaatsen in de gezamenlijke parkeergarage. Aan de parkeerplaatsen werd een waarde van € 35.000 per parkeerplaats toegekend. De taxateur had de waarde bepaald aan de hand van drie vergelijkingsobjecten.
In de rechtspraak wordt er vanuit gegaan dat de transactiedata van de vergelijkingsobjecten om en nabij een jaar voor of na de peildatum moeten hebben plaatsgevonden. Daarnaast volgt uit jurisprudentie van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:113) dat er niet meer dan drie maanden mogen zitten tussen het sluiten van de koopovereenkomst en de leveringsdatum van de woning. Nu waarde per m2 van de woonoppervlakte van de vergelijkingsobjecten, die door de heffingsambtenaar tijdens het hoger beroep zijn aangevoerd, hoger is dan de waarde per m2 van de woonoppervlakte van het appartement, is de waarde van het appartement juist vastgesteld.
Parkeerplaatsen
De waarde van de parkeerplaatsen onder het appartement is te hoog vastgesteld. De verkoopprijs van een vergelijkbare parkeerplaats die als laatst is verkocht bedraagt € 19.500. Volgens de heffingsambtenaar is deze verkoopprijs niet bruikbaar omdat de prijs niet op de vrije markt tot stand is gekomen. De parkeerplaatsen moeten bij verkoop namelijk als eerste aan de bewoners van het appartementencomplex worden aangeboden. Volgens de eigenaar zijn de verkopers echter vrij om zelf de prijs te bepalen. Hebben de bewoners geen belangstelling dan kan de parkeerplaats aan derden worden aangeboden. Het hof is van mening dat de aanbiedingsplicht een gering waardedrukkend effect heeft. De waarde wordt in goede justitie vastgesteld op € 20.000 per parkeerplaats.
Wet: art. 17 Wet WOZ
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 20 maart 2018 (gepubliceerd 18 april 2018), ECLI:NL:GHAMS:2018:894
Geef een reactie