Rechtbank Gelderland acht de zogenoemde step down-regeling voor remigratie uit een andere lidstaat in strijd met de vrijheid van vestiging. De verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang wordt op de waarde in het economisch verkeer gesteld.
Een Nederlandse dga houdt alle aandelen in een bv (A) en een Poolse vennootschap. De verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang (ab) in A was € 435.148. Hij emigreert naar Polen voordat dit land toetreedt tot de Europese Unie. De dga meldt niet dat hij is geëmigreerd, en doet over 2003 tot en met 2010 ten onrechte aangifte als binnenlands belastingplichtige. In juni 2013 meldt hij de emigratie alsnog en vraagt de inspecteur om hem over die jaren als buitenlands belastingplichtige te belasten. Aangezien de emigratie ruim tien jaar geleden is, heeft het alsnog opleggen van een conserverende aanslag voor (fictieve vervreemding van) het ab in A geen zin. De dga brengt enige tijd later de aandelen in A (waarde € 8.692.000) en de Poolse vennootschap (waarde € 1.312.000) onder in zijn Poolse holding. Hij remigreert eind 2018 naar Nederland. De inspecteur stelt de waarde van het ab in de Poolse holding (verkrijgingsprijs ab) vast op de waarde van de ingebrachte aandelen (€ 10.004.000) min de waardeaangroei van de aandelen A (€ 8.692.000 -/- € 435.148 = € 8.256.852) na de emigratie. Na toepassing van de ‘step down’ bedraagt de verkrijgingsprijs € 1.747.148.
Step down in strijd met vrijheid van vestiging
Rechtbank Gelderland acht de vermindering van de verkrijgingsprijs in strijd met de vrijheid van vestiging en corrigeert de ‘beschikking vaststelling verkrijgingsprijs’ naar € 10.004.000. Het belastingverdrag Nederland-Polen is niet van toepassing op deze situatie omdat het hier niet gaat om een (toekomstige) Nederlandse heffing. Toepassing van de step down is in dit geval in strijd met de vrijheid van vestiging. De dga wordt ongunstiger behandeld dan dga’s die al in Nederland wonen. Deze krijgen niet te maken met een step down als zij binnen Nederland verhuizen. Bovendien wordt deze correctie toegepast als de inspecteur meent dat er in de andere lidstaat geen redelijke heffing heeft plaatsgevonden (een subjectieve toets). De inspecteur heeft niet aannemelijk gemaakt dat de afwijkende behandeling is gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang.
Wet: art. 4.25, 4.36 Wet IB 2001, art. 16 Uitv besl IB 2001
Verdrag: art. 49 VWEU
PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder
Emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder leidt in beginsel tot heffing van inkomstenbelasting. De (conserverende) aanslag behoeft echter niet altijd direct te worden voldaan; er kan uitstel van betaling worden verleend. Tijdens de pitstop gaan de docenten hier dieper op in, waarbij zij ook aangeven welke verschillen er zijn indien wordt geëmigreerd naar een EU-land of een niet-EU-land en de impact van een belastingverdrag. Daarnaast gaan zij tijdens de cursus ook graag met jou de dialoog aan óf Nederland in alle situaties bevoegd is om de conserverende aanlag op te leggen, dan wel – al dan niet deels – in te vorderen.
Geef een reactie