Tot aan het arrest van 15 april 2016 waren drie soorten negatief loon te onderscheiden. Kenmerkend was een verband met eerder belast loon. In zijn arrest van 15 april 2016 geeft de Hoge Raad uitbreiding aan het begrip negatief loon.
R.P.C. Cornelisse onderscheidt in zijn annotatie bij HR 27 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7257 in BNB 2001/8 drie vormen van negatief loon:
-
terugbetaling van eerder genoten belast loon;
-
betaling voor loon in natura;
-
schadevergoeding of aan werkgever betaalde boete.
Terugbetaling van eerder genoten belast loon
Door het vervallen van de kostenaftrek voor werknemers is in de rechtspraak al een aantal keer aan de orde gekomen of het is toegestaan negatief loon als alternatief voor aftrekbare kosten in de aangifte inkomstenbelasting op te nemen. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat arbeidskosten geen negatief loon zijn. Bijvoorbeeld in de arresten van 8 juli 2005, ECLI:NL:HR:2005:AQ7212, 10 augustus 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4768 en 10 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:3. Of werknemers hun arbeidskosten vergoed krijgen is een kwestie van overeengekomen arbeidsvoorwaarden. Het onderscheid tussen deze twee groepen van werknemers is door de wetgever terecht gemaakt.
Niet iedere terugbetaling van loon kwalificeert dus als negatief loon. Wanneer is wel sprake van negatief loon? Pas als de terugbetaling volgt uit een wettelijke verplichting tot terugbetaling of het gevolg is van een opgenomen beding in de arbeidsovereenkomst, dan is sprake van negatief loon. Bij het ten onrechte ontvangen van loon en terugbetaling kunnen werknemers gebruikmaken van een goedkeuring. Belastingheffing over het ten onrechte genoten loon blijft achterwege als de werknemer dit ten onrechte genoten loon binnen redelijke termijn terugbetaalt aan zijn werkgever. Daarbij moet de werknemer bovendien verklaren de terugbetaling van het ten onrechte ontvangen loon niet als negatief loon op te nemen in zijn aangifte.
Als een dga dividend heeft ontvangen en hij dit dividend naderhand weer moet terugbetalen, omdat de B.V. niet voldoet aan de balanstest of uitkeringstoets doet zich de vraag voor of deze terugbetaling kwalificeert als negatief loon. Hierover is nog geen rechtspraak bekend, maar het lijkt mij van niet. Negatief dividend is een negatief box 2-inkomen en dit is in mijn optiek eventueel verrekenbaar met het eerder genoten dividend.
Betaling voor loon in natura
Als voorbeelden van een betaling voor loon in natura kan men denken aan de betaling van een eigen bijdrage in een pensioenregeling of aan de situatie dat een werkgever een WGA-premie verhaalde op de werknemer. Daarbij komt nog wel een bijzonderheid. Voor de waardering van loon in natura gelden wettelijke waarderingsregels voor de werknemer. Vaak mag een werknemer bij het bepalen van de waarde van het loon in natura rekening houden met een eigen bijdrage. Uiteraard kan in die gevallen bij het bepalen van het bedrag aan negatief inkomen, niet nogmaals met de eigen bijdrage van de werknemer rekening worden gehouden.
Schadevergoeding of aan werkgever betaalde boete
Het komt voor dat een werknemer van een werkgever een boete krijgt, omdat hij te laat op zijn werk is. Een andere mogelijkheid is de plicht van een bijvoorbeeld een kassière die een kas tekort heeft om dit kastekort aan te vullen. Als een rechter de werknemer veroordeelt tot betaling van een vergoeding aan zijn ex-werkgever vanwege overtreding van een non-concurrentie of non-relatiebeding is die betaling te beschouwen als negatief loon (HR 5 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1942). Hetzelfde geldt in geval een curator een commissaris aanspreekt tot betaling van een schadevergoeding vanwege onbehoorlijk bestuur (HR 27 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7257)
Een nieuwe categorie negatief loon?
In het arrest Hoge Raad 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:635 was sprake van een werknemer die via een participatieplan certificaten van aandelen kocht voor de toen geldende economische waarde in de B.V. van zijn werkgever. Het participatieplan bepaalde dat de werknemer de certificaten gedurende de eerste drie jaar bij uitdiensttreding alleen aan de B.V. van de werkgever kon terug verkopen tegen een vooraf bepaalde prijs. De werknemer en werkgever beëindigden de arbeidsovereenkomst binnen die drie jaar. Daarbij leed de werknemer een verlies na verplichte verkoop van de certificaten aan zijn ex-werkgever. De Hoge Raad geeft als rechtsregel: ‘Indien een werknemer op grond van een beding in een overeenkomst met (een concernmaatschappij van) zijn werkgever gehouden is om bij beëindiging van zijn dienstbetrekking een transactie te verrichten, en hij met die transactie een nadeel lijdt in de vermogenssfeer, moet dat nadeel aan de dienstbetrekking worden toegerekend en als gevolg daarvan als negatief loon in aanmerking worden genomen.’
Het bijzondere in dit arrest is dat de werknemer certificaten kocht en er derhalve geen sprake was van een beloning in natura. Desondanks mocht de werknemer een geleden verlies op de certificaten als negatief loon in aanmerking nemen.
In het arrest van de Hoge Raad van 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1325 was sprake van een werknemer die op kennelijke onredelijke gronden ontslag kreeg. De werknemer participeerde in een participatieplan en had in 2006 voor € 300.000 certificaten van aandelen gekocht in de B.V. van zijn werkgever. Door een arbeidsconflict kreeg de werknemer in 2007 ontslag. Vanwege dit ontslag moest de werknemer ook de certificaten in de B.V. van zijn werkgever overdragen. De waarde van deze certificaten was in 2007 gedaald naar nihil. De werknemer vocht zijn ontslag aan en de rechter veroordeelde de werkgever tot betaling van € 480.969, waarvan € 300.000 vanwege het verlies op de certificaten. De Hoge Raad bevestigt zijn uitspraak van 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:635 dat het door de werknemer bij verkoop van de certificaten geleden verlies van € 300.000 negatief loon vormt. De Hoge Raad bevestigt ook het oordeel van het hof dat de vergoeding van € 300.000 oorzakelijk verband houdt met diens (kennelijk onredelijk) ontslag. Daarom is het door de werknemer genoten uit hoofde van zijn dienstbetrekking en is het loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. De Hoge Raad oordeelt: ‘Een door een werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking ontvangen vergoeding die staat tegenover een nadeel dat als negatief loon is aan te merken, wordt naar algemene maatschappelijke opvattingen als een beloningsvoordeel ervaren. De vergoeding kan daarom niet worden aangemerkt als een vrij te stellen vergoeding als bedoeld in de genoemde bepaling.’
De werkgever vond het niet terecht dat hij bij de uitbetaling van de € 300.000 loonheffingen moest inhouden, die de werknemer volledig kon terugvragen bij zijn aangifte.
Conclusie
Met recente rechtspraak is er een vierde categorie negatief loon bijgekomen. Deze categorie heeft de Hoge Raad gedefinieerd in zijn arrest van 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:635. Dit begrip negatief loon wijkt af van de door Cornelisse gegeven drie categorieën , omdat geen sprake is geweest van eerder genoten loon (in natura) of een betaalde (schade-)vergoeding aan de werkgever.
Geef een reactie