Financierings- en houdstermaatschappijen in een concern kunnen door de houdsterverliesregeling soms hun verliezen niet verrekenen. Dit is vooral het geval als het saldo van de vorderingen en schulden op verbonden lichamen na een verliesjaar is gestegen. Als dit saldo stijgt in verband met het vervullen van de behoefte aan herfinanciering, is verliesverrekening in beginsel mogelijk.
De houdsterverliesregeling beperkt de mogelijkheden van een bv om een verlies te verrekenen dat is ontstaan in een jaar waarin haar feitelijke werkzaamheden voor minstens 90% bestaan uit het houden van deelnemingen en/of het financieren van verbonden lichamen. Zulke verliezen zijn alleen te verrekenen met winsten uit jaren waarin de feitelijke werkzaamheden van de bv ook voor minstens 90% bestaan uit het houden van deelnemingen en/of het financieren van verbonden lichamen. Bovendien mag het saldo concernvorderingen en -schulden (hier afgekort als concernsaldo) van het winstjaar niet meer bedragen dan dit saldo in het verliesjaar. Het concernsaldo is gelijk aan de boekwaarde van de vorderingen op verbonden lichamen minus de boekwaarden van de schulden aan verbonden lichamen. Een toename in het concernsaldo is geen probleem als de bv aannemelijk kan maken dat de wijziging in dat saldo niet overwegend is gericht op de verruiming van de verliesverrekening.
Zakelijke transactie
In een zaak voor Hof Amsterdam had een bv in 2004 een Spaanse deelneming verkocht en een groot deel van de verkoopopbrengst uitgeleend aan haar Antilliaanse moedermaatschappij. Hierdoor steeg het concernsaldo van de bv. De bv leek daarom tegen de houdsterverliesregeling aan te lopen. Maar de bv stelde dat de verhoging van het concernsaldo het gevolg was van een zakelijke transactie. Zo had zij de deelneming verkocht aan derden. Verder was het uitlenen van de verkoopopbrengst aan de houdstermaatschappij in verband met herfinanciering volgens het hof een handeling die paste binnen het desbetreffende concern. De bv mocht daarom eerder geleden verliezen verrekenen met de winsten van 2004 en 2005.
Wet: artikel 20, vierde en vijfde lid Vpb 1969
Meer informatie: Hof Amsterdam, 4 oktober 2012 (gepubliceerd 17 oktober 2012), LJN: BY0305
Geef een reactie