Ook het moment waarop een nieuwbouwwoning (inclusief de grond) wordt geleverd door een aannemer in de zin van de omzetbelasting, kwalificeert als vorige verkrijging voor de overdrachtsbelasting. De verkrijger heeft dan ook recht op vermindering van de overdrachtsbelasting.
De verkrijger van een onroerende zaak betaalt normaliter overdrachtsbelasting over de waarde van de verkrijging, die in beginsel gelijk is aan de koopprijs. Als sprake is van een kort opvolgende verkrijging van een onroerende zaak, kan de heffingsgrondslag onder voorwaarden worden verminderd met de heffingsgrondslag van de vorige verkrijging. Een vrouw die een nieuwbouwappartement had gekocht meende dat de grondslag voor de overdrachtsbelasting ook moest worden verminderd met de door de vorige eigenaren betaalde grondprijs en niet alleen de bouwkosten. De Hoge Raad gaf haar gelijk. De rechter stelde voorop dat onder vorige verkrijging moet worden verstaan een vorige levering in de zin van de btw. Volgens de rechter moest de levering van de grond en het appartement door de aannemer aan de vorige eigenaren voor de btw-heffing samen als één prestatie worden gezien. Die levering vond plaats op de datum waarop het appartement aan de vorige eigenaren werd opgeleverd. Nu de oplevering van het appartement binnen zes maanden na de verkrijging daarvan door de vorige verkrijger plaatsvond, voldeed de vrouw aan de voorwaarde.
Overigens, de termijn van kort opvolgende verkrijgingen van woningen en niet-woningen is met ingang van 1 september 2012 tijdelijk opgerekt naar 36 maanden. Per 1 januari 2015 is de oude termijn van zes maanden weer van toepassing.
Wet: artikel 13 Wet BVR
Meer informatie: Hoge Raad, 22 maart 2013, LJN: BY5307
Geef een reactie