Het vermogen dat in de jaren 2001 tot en met 2004 was ondergebracht bij een Stichting Particulier Fonds op Curaçao, was geen belastbaar inkomen in box 3. Na de inbreng kon de dame namelijk niet meer beschikken over het vermogen als ware het haar eigen vermogen.
Een doelvermogen (bijvoorbeeld een trust of Stichting Particulier Fonds) wordt gebruikt om vermogen ‘af te scheiden’ van het overige vermogen. Sinds de aangescherpte regelgeving per 2010 zijn de fiscale gevolgen voor doelvermogens minder interessant. Over de jaren daarvoor kon vaak erf- en inkomstenbelasting worden vermeden.
Wanneer er geen beschikkingsmacht was over het vermogen van een SPF, behoorde dit vermogen niet tot het box 3-inkomen. Dit oordeelde de Hoge Raad in een zaak waarin de fiscus het vermogen van een SPF (gevestigd op Curaçao) bij de oprichtster aanmerkte als box 3-vermogen in de jaren 2001 tot en met 2004. De rechter was het eens met de conclusie van het Hof dat deze dame het bestuur geen opdracht kon geven om vermogen uit de SPF naar haarzelf of naar anderen te laten overmaken. Het was niet aannemelijk dat zij kon beschikken over het vermogen van de SPF alsof het haar eigen vermogen was. De (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2001 tot en met 2004 moesten daarom worden vernietigd.
Wet: artikel 5.3, tweede lid, letter f Wet IB 2001
Meer informatie: Hoge Raad, 15 maart 2013, LJN: BZ4218
Geef een reactie