De staatssecretaris van Financiën heeft de vragen beantwoord die door de Tweede Kamer zijn gesteld naar aanleiding van zijn brief van 15 september 2020 over de nieuwe groepsregeling in de vennootschapsbelasting.
Uit de jurisprudentie van het HvJ blijkt dat het salderen van winsten en verliezen van verschillende lichamen EU-rechtelijk bestendig is. Bij een nieuwe groepsregeling is het uitgangspunt een stand-alone toepassing van alle regelingen van de Wet VPB 1969 om zo min mogelijk inbreuk te maken op het EU-recht. De vermogensconsolidatie keert daarom niet terug in de nieuwe groepsregeling. Een reorganisatiefaciliteit als onderdeel van een groepsregeling is volgens de staatssecretaris EU-rechtelijk kwetsbaar en uitvoeringstechnisch complex. Om die reden heeft voorzetting van de huidige regeling, inclusief de reeds getroffen spoedreparatiemaatregelen en eventuele aanvullende maatregelen, niet de voorkeur van het kabinet. De andere in de consultatie genoemde varianten zijn het afschaffen van de fiscale eenheid zonder vervanging door een andere regeling, een grensoverschrijdende groepsregeling met objectvrijstelling of een verlies- of winstoverdrachtregeling.
Maximale hoogte
Een van de vragen ziet op de maximale hoogte van de over te dragen winsten of verliezen indien wordt gekozen voor een verlies- of winstoverdrachtregeling. Bij een systeem van verliesoverdracht zal het over te dragen verlies niet hoger mogen zijn dan de winst van het lichaam waaraan het verlies wordt overgedragen; bij een systeem van winstoverdracht kan niet meer winst worden overgedragen dan het verlies beloopt van het lichaam waaraan de winst wordt overgedragen. Verrekening met het resultaat van een ander lichaam uit een ander jaar zal niet mogelijk zijn.
Complex en langdurig
Herhaald wordt dat de vervanging van de huidige fiscale eenheid door een nieuwe groepsregeling een complex en mede daardoor langdurig traject vergt van minimaal vijf jaar. De suggesties met een blanco vel te beginnen of de materiële voorwaarden van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting over te nemen worden niet overgenomen. Welke van de bestaande voorschriften gehandhaafd kunnen blijven, al dan niet enigszins aangepast, hangt af van de wijze waarop de nieuwe groepsregeling vorm wordt gegeven. Bij de vormgeving wordt ook gekeken naar de voor- en nadelen van de systemen van resultaatoverdracht in een aantal andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Noorwegen en Frankrijk.De oproep tot een uitvoeringstoets wordt niet gehonoreerd; volgens de staatssecretaris is een uitvoeringstoets pas zinvol mogelijk nadat nadere keuzes zijn gemaakt.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 12 februari 2021
Geef een reactie