De inspecteur hoeft bij het vaststellen van de hoogte van een naheffingsaanslag in beginsel geen rekening te houden met een eventuele belastingteruggaaf waarmee de belastingplichtige de aanslag kan verrekenen.
De belastingplichtige kan een belastingschuld onder andere (voor een deel) voldoen door deze met toestemming van de Belastingdienst te verrekenen met een recht op een belastingteruggaaf. De te verrekenen bedragen mogen zien op verschillende soorten belastingen, maar het moet wel gaan om rijksbelastingen. Volgens een belanghebbende in een zaak voor de Hoge Raad moest de inspecteur bij het opleggen van een aanslag omzetbelasting rekening houden met een recht op een teruggaaf van de inkomstenbelasting over hetzelfde jaar. De Hoge Raad wees dit standpunt echter af. Bij de vraag of de inspecteur de naheffingsaanslag btw terecht en tot een juist bedrag had opgelegd was niet van belang of deze aanslag was te verrekenen met een teruggaaf inkomstenbelasting of btw over een ander tijdvak.
Wet: artikel 24, eerste lid IW 1990
Meer informatie: Hoge Raad, 1 juni 2012, LJN: BW7075
Geef een reactie