Het totaalbedrag van de nog verrekenbare verliezen wordt niet bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld, maar afzonderlijk als mededeling op het aanslagbiljet vermeld. Aan deze mededeling kan men niet het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat men het totaalbedrag nog kan verrekenen, aldus Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Op grond van de Wet VPB 1969 wordt een verlies verrekend met de belastbare winsten, mits het verlies is vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking. In 2013 had een B.V. een verlies van nihil. Dit was afzonderlijk vermeld op het aanslagbiljet en behelsde een voor bezwaar vatbare beschikking. Het totaalbedrag van de nog verrekenbare verliezen die betrekking hadden op de jaren 1996 tot en met 1999 en 2002 werden niet bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld. Dit stond ook op het aanslagbiljet. Tevens was op het aanslagbiljet vermeld dat de verrekening van verliezen is gebonden aan wettelijke termijnen en voorwaarden. Het totaalbedrag van de nog verrekenbare verliezen werd slechts als mededeling op het aanslagbiljet aangestipt. Noch uit de door de B.V. aangehaalde HR-arresten, noch uit de wet valt af te leiden dat ook deze mededeling moet worden aangemerkt als een voor bezwaar vatbare beschikking. Het oordeel van de rechtbank luidde dan ook dat de B.V. aan de mededeling op het aanslagbiljet niet het gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen dat zij het totaalbedrag van € 23.925 (nog) kon verrekenen. Bovendien waren de verliezen over de jaren 1996 tot en met 1999 en 2002 te oud om te verrekenen.
Wet: artikel 20 en 20b Wet VPB 1969
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15 juni 2017, (gepubliceerd op 20 juli 2017), ECLI:NL:RBZWB:2017:3691
Geef een reactie