Als een belastingadviseur per abuis de btw-aangiftes van twee cliënten verwisselt, zal dat in beginsel ertoe leiden dat een van die cliënten te weinig belasting afdraagt. De Belastingdienst kan dan niet alleen het verschil naheffen, maar ook belastingrente in rekening brengen.
Een vennootschap liet haar kwartaalaangiften omzetbelasting indienen door een belastingadvieskantoor. Een kantoorgenoot van haar gemachtigde verwisselde bij het indienen van deze aangiften per abuis het aangiftebiljet van de vennootschap met het biljet van een fiscale eenheid. Het aangiftebiljet dat op naam van de vennootschap kwam te staan, leidde daardoor tot een teruggaaf van omzetbelasting terwijl de fiscale eenheid btw moest betalen. De gemachtigde van de vennootschap herstelde de fout met een suppletieaangifte. De vennootschap moest niet alleen een naheffingsaanslag betalen, zij kreeg ook belastingrente in rekening gebracht. De vennootschap is het niet eens met deze belastingrente. Zij stelt dat zij ondanks de verwisseling tijdig heeft voldaan aan haar aangifte- en betaalverplichting. Bovendien heeft de Belastingdienst geen rentenadeel geleden omdat de fiscale eenheid te veel btw heeft afgedragen.
Conform de wet
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de belastingrente conform de wet in rekening heeft gebracht. Dat de fiscus geen rentenadeel heeft geleden, is niet van belang. Tussen de twee belastingplichtigen heeft immers geen economische versmelting plaatsgevonden. Bovendien is de belastingrenteregeling niet direct bedoeld als sanctiemaatregel of ter compensatie van een rentenadeel, maar een vorm van een verzuimregeling.
Wet: art. 30h AWR
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland 22 juli 2019 (gepubliceerd 26 augustus 2019), ECLI:NL:RBNNE:2019:2964
Geef een reactie