Het verzamelbesluit dividendbelasting is geactualiseerd. Het besluit is aangepast in verband met gevormd beleid bij de teruggaaf van gestort kapitaal.
In artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Wet DB is bepaald dat een gedeeltelijke teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort, als sprake is van zuivere winst, heeft te gelden als een opbrengst. Dit is anders als van tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag worden verminderd. In het besluit beschrijft de staatssecretaris het beleid ten aanzien van de gevolgen voor het fiscaal erkend gestorte kapitaal bij een belaste teruggaaf van gestort kapitaal.
Teruggaaf van kapitaal; Effect op fiscaal erkend gestort kapitaal
Wanneer een teruggaaf van kapitaal wordt beschouwd als een opbrengst in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Wet DB komt de vraag op of dat gevolgen heeft voor het fiscaal erkend gestorte kapitaal van de inhoudingsplichtige.
Een dergelijke belaste teruggaaf leidt niet tot een vermindering van het fiscaal erkend gestorte kapitaal. Zou dit wel het geval zijn, dan kan de situatie ontstaan dat winst twee keer wordt belast met dividendbelasting. In het besluit staat een voorbeeld ter toelichting. Het is ongewenst als, door toepassing van de fictie van art. 3 lid 1 onderdeel d Wet DB, dubbele heffing optreedt. De fictie bepaalt namelijk dat in plaats van kapitaal winst wordt uitgekeerd. Deze (fictieve) uitkering van winst mag dan geen effect hebben op het fiscaal erkend gestorte kapitaal van de vennootschap. Het besluit treedt in werking met ingang van 20 oktober 2021.
Bron: Besluit van 6 oktober 2021, nr. nr. 2021-14557, Stcrt. 2021, 43758
Geef een reactie