Directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) kunnen premieplichtig zijn voor de werknemersverzekeringen. De Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 bepaalt wanneer een dga verplicht is verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Hoe zit het met een dga die werkzaamheden verricht voor een werkmaatschappij?
ECLI:NL:GHARL:2017:7668
Aanleiding voor dit artikel is de uitspraak van 5 september 2017 van Hof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2017:7668. Het hof moest zijn oordeel geven over de verzekeringsplicht van een dga, die enig bestuurder was van een beheer-B.V., die op haar beurt bestuurder was van een werkmaatschappij. Belanghebbende verrichte werkzaamheden voor de werkmaatschappij en was volgens een later opgestelde schriftelijke overeenkomst als directiemedewerkster ook in dienst bij deze werkmaatschappij. Zij kon echter zelf bepalen wat ze deed en of ze wel of niet aanwezig was, ook hoefde ze geen rekening en verantwoording af te leggen, hield ze de gewerkte uren niet bij en hield ze zich niet aan de gemaakte afspraken. In geschil was of sprake was van een gezagsverhouding en daarmee van verzekeringslicht voor de werknemersverzekeringen. Het hof heeft die vraag bevestigend beantwoord. Uit de arbeidsovereenkomst volgde dat de dga gedurende 16 uur per week tegen een beloning voor de werkmaatschappij werkzaamheden moest verrichten die van haar konden worden verlangd. Daarbij moest de dga de aanwijzingen van de werkmaatschappij opvolgen. Volgens het hof was daarbij niet relevant dat de dga in een andere functie, zoals bestuurder van de beheermaatschappij, invloed kon uitoefenen op die aanwijzingen door de werkmaatschappij. Volgens het hof moest het bestaan van een gezagsverhouding niet materieel, maar formeel worden getoetst. Er is dus sprake van een gezagsverhouding, de verplichting de werkzaamheden persoonlijk te verrichten en er wordt loon ontvangen, zodat de arbeidsrelatie tussen de dga en de werkmaatschappij kwalificeert als dienstbetrekking.
ECLI:NL:GHAMS:2016:911
In de uitspraak van Hof Amsterdam van 1 maart 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:911 was sprake van twee dga’s die via hun eigen holdings werkzaamheden verrichtten voor een werkmaatschappij. De holdings waren ‘algemeen directeur’ van de werkmaatschappij. De twee holdings hadden ieder managementovereenkomsten gesloten met de werkmaatschappij. Van belang was verder ook dat beide holdings bestuurders waren en gezamenlijk 80% van de aandelen in bezit hadden. De andere 20%-aandeelhouder was geen bestuurder. In geschil was de verzekeringsplicht voor de dga’s. Het hof komt tot het oordeel dat de inspecteur niet was geslaagd om aannemelijk te maken dat er een dienstbetrekking bestond tussen de werkmaatschappij en de twee directeuren. Onvoldoende is in ieder geval de enkele omstandigheid dat de twee directeuren met hun holdings overeen waren gekomen dat zij door hun holding konden worden uitgeleend aan de werkmaatschappij voor het verrichten van onder meer bestuurs- en directiewerkzaamheden.
Wanneer wel verzekeringsplicht
In het algemeen geldt dat een dga die 100% van de aandelen in zijn holding heeft en via die holding of direct in dienstbetrekking is bij de werkmaatschappij, niet premieplichtig is. Bestaat er in een dergelijke situatie behoefte aan verzekeringsplicht, dan moet men via bijvoorbeeld een Stichting Administratiekantoor (STAK), ervoor zorgen dat de dga tegen zijn wil in ontslagen kan worden, bijvoorbeeld door in de STAK medebestuurders te benoemen. Verricht een dga via een managementovereenkomst werkzaamheden voor een werk-B.V. dan volgt uit de uitspraak van Hof Amsterdam dat geen verzekeringsplicht geldt. Is de dga zelf in dienstbetrekking bij de werkmaatschappij? En kan hij tegen zijn wil in ontslagen worden door deze werkmaatschappij, bijvoorbeeld omdat hij minder dan 50% van de aandelen heeft? Dan is er wel verzekeringsplicht voor de dga.
Juridische vormgeving belangrijk
De twee bovengenoemde uitspraken laten zien dat in een min of meer gelijke situatie in de ene keer wel en in een andere keer geen verzekeringsplicht voor de dga kan bestaan. Voor de praktijk is van belang dat de verzekeringsplicht van de dga geen vaststaand gegeven is en de feitelijke en juridische invulling erg belangrijk is. Verder is relevant dat verzekeringsplicht geen straf hoeft te zijn ingeval de dga problemen heeft met zijn gezondheid of anderszins een arbeidsongeschiktheidsverzekering te duur is. Veel dga’s doen dan niets, maar juist in die gevallen kan het handig zijn de verzekeringsplicht op te zoeken.
Positie echtgenoot
Als echtgenoot bedoelt de regelgever ook de fiscale partner. Bedenk dat een echtgenoot zonder aandelen in de regel premieplichtig is voor de werknemersverzekeringen als deze werkzaamheden verricht voor de B.V. van zijn of haar echtgenoot. En bovendien de echtgenoot formeel onder gezagsverhouding werkzaam is. Ook wanneer de echtgenoot is benoemd tot statutair bestuurder is dat volgens de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 onvoldoende om aan de verzekeringsplicht te ontkomen.
Beleid belastingdienst
Dikwijls zal verzekeringsplicht voor de echtgenoot niet gewenst of nodig zijn. Immers mocht de echtgenoot arbeidsongeschikt raken, dan is het inkomen van de dga zelf vaak voldoende en is een dure arbeidsongeschiktheidsverzekering of verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen niet gewenst. In die gevallen kan men terugvallen op het beleid van de Belastingdienst. Voor de beoordeling van een gezagsverhouding vindt de Belastingdienst de materiële werkelijkheid belangrijker dan de formele gezagsverhouding. Vaak zal dan geen sprake zijn van verzekeringsplicht van de echtgenoot. Het is overigens verstandig om de kwestie van al dan niet verplicht verzekerd zijn van de echtgenoot vooraf kort te sluiten met de Belastingdienst.
Wet: Artikel 59 lid 3 Wet financiering sociale verzekeringen
Geef een reactie