Als de inspecteur merkt dat een bv omzet heeft verzwegen, kan hij stellen dat de bv de verzwegen winst heeft uitgekeerd aan de aandeelhouder. De fiscus kan daardoor dividendbelasting naheffen, en wel over het gebruteerde bedrag. Een zaak voor Hof Amsterdam heeft dit duidelijk gemaakt.
Verzwijgt een bv een deel van haar omzet, dan mag de inspecteur om te beginnen een winstcorrectie toepassen. Als het bedrag van de verzwegen winst zich niet meer bevindt in de bv, mag de Belastingdienst ervan uitgaan dat de bv de winst heeft uitgekeerd aan de aandeelhouder. In beginsel is de bv in dat geval verplicht dividendbelasting in te houden op de winstuitkering. De inspecteur mag dus de niet afgedragen dividendbelasting naheffen. Bovendien mag hij ervan uitgaan dat de bv de dividendbelasting niet heeft ingehouden, maar voor haar rekening heeft genomen. Het gevolg is dat de fiscus een brutering toepast: de verschuldigde dividendbelasting wordt vermenigvuldigd met 100/85. In theorie kan de bv de brutering voorkomen door te bewijzen dat zij niet van plan was de dividendbelasting voor haar rekening te nemen. In de zaak voor het hof bleek dit erg lastig te bewijzen, vooral omdat het hof stelde dat een verzwaring van de bewijslast gold voor de bv die een onjuiste aangifte had ingediend. De bv faalde dan ook op dit punt, zodat de Belastingdienst de dividendbelasting terecht had gebruteerd.
Wet: artikel 6 Div.bel 1965 en artikel 27e AWR
Meer informatie: Hof Amsterdam, 2 februari 2012 (gepubliceerd 29 februari 2012), LJN: BV7218
Geef een reactie