Tweede Kamerlid Van der Lee heeft een vierde nota van wijziging ingediend bij de Spoedwet conditionele eindafrekening dividendbelasting. Op het wetsvoorstel is in de literatuur en vanuit de praktijk veel kritiek gekomen. Dit is voor de initiatiefnemer aanleiding geweest om het wetsvoorstel nog eens grondig te bezien in het licht van het Nederlandse netwerk van belastingverdragen en de Europese verkeersvrijheden.
De belangrijkste aanpassingen:
- De exit-heffing dividendbelasting wordt alléén nog geheven van beleggers in non-EU/EER-staten waarmee Nederland géén belastingverdrag heeft gesloten.
- De exit-heffing dividendbelasting wordt nog slechts uitgelokt ingeval een vennootschap vertrekt naar een non-EU/EER-staat die zelf geen dividendbelasting kent of een step-up geeft bij binnenkomst.
- De systematiek van de conserverende naheffingsaanslag wordt verlaten. In plaats daarvan wordt de voorgestelde exit-heffing dividendbelasting ingebed in de bestaande heffingssystematiek van de dividendbelasting en acuut geheven zonder mogelijkheid van uitstel van betaling of kwijtschelding.
- Specifiek met het oog op zetelverplaatsing wordt een aanvullende maatregel voorgesteld op grond waarvan een naar vreemd recht opgerichte vennootschap onder omstandigheden voor fiscale doeleinden nog tien jaar na de verplaatsing van haar zetel (werkelijke leiding) in Nederland wordt geacht te zijn gevestigd.
- De terugwerkende kracht van het wetsvoorstel wordt beperkt tot woensdag 8 december 2021, 09.00 uur.
Geef een reactie