Op 1 december 2020 is door het FD een opiniestuk gepubliceerd met de kop ‘Staatssecretaris Vijlbrief maakt opnieuw fouten bij aanpassing spaartaks’. De schrijvers van dit opiniestuk stellen dat de rendementspercentages van box 3, voor onroerende zaken en aandelen, niet volgens de wet zijn berekend en dat het aanpassingsproces van de langetermijnrendementen van box 3 niet transparant is. In een Kamerbrief gaat staatssecretaris Vijlbrief in op de volgens hem onjuiste stellingname.
Onroerende zaken
In het opiniestuk worden de ultimo-standen van het prijsindexcijfer van het CBS gebruikt, terwijl uit de toelichting volgt dat, voor onroerende zaken, de index in het kalenderjaar bepalend is. In het opiniestuk wordt daarnaast voor de hele periode vanaf 2017 gebruik gemaakt van het basisjaar 2015=100, terwijl deze ten tijde van de invoering van de herziening van het box 3-stelsel (1 januari 2017) nog niet bestond. Samenvattend betekent dit dat voor de in het opiniestuk gehanteerde berekeningen niet de in de artikelsgewijze toelichting vastgelegde herijkingssystematiek is gevolgd en een onjuist basisjaar is gehanteerd.
Aandelen
In het opiniestuk wordt ten onrechte niet de MSCI Europe gross Local gebruikt, zoals in de wet is bepaald, maar de MSCI Europe gross EUR. In het opiniestuk wordt voor de valutaweging daarmee niet uitgegaan van ‘bruto in lokale valuta’. Het gebruik van de euro in plaats van de lokale valuta (de Britse pond in dit verband) leidt tot het in het opiniestuk benoemde verschil in uitkomsten. Het verschil tussen het door het ministerie van Financiën gehanteerde rendementspercentage en het rendementspercentage uit het opiniestuk is daarmee het gevolg van het feit dat in het opiniestuk niet de door de wet voorgeschreven valuta wordt gehanteerd.
Transparantie
In het opiniestuk wordt tevens aangegeven dat het aanpassingsproces van de langetermijnrendementspercentages niet transparant is. De wijze waarop deze rendementspercentages jaarlijks worden herijkt is nader toegelicht in de bijbehorende artikelsgewijze toelichting. Daarnaast wordt de herijking van rendementspercentages van box 3 jaarlijks toegelicht in de fiscale moties- en toezeggingenbrief. De toelichting vermeldt voor alle componenten (rendement voor spaargeld, aandelen, obligaties en onroerende zaken) zowel het jaarlijkse rendement en (voor beleggen) het langetermijnrendement. Ook wordt aangegeven welk indicatoren (waaronder het CBS prijsindexcijfer verkoopprijzen voor bestaande koopwoningen en de MSCI Europe gross Local) daarvoor worden gebruikt en de wegingsfactoren die worden toegepast. Tot slot is in de fiscale moties- en toezeggingenbrief van 17 september 2019 ook aangegeven dat voor onroerende zaken, in lijn met het CBS, voortaan het basisjaar 2015=100 wordt gehanteerd. Dit jaar was de toelichting op de herijking van de rendementspercentages opgenomen in het schriftelijk overleg van 27 november 2020 naar aanleiding van de fiscale moties- en toezeggingenbrief van 15 september 2020.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 4 december 2020
Geef een reactie